Modernisering van de erfbelasting
Zo biedt het nieuwe (federale) erfrecht (burgerrechtelijk) bv. ruimere mogelijkheden om een zgn. erfenissprong over de generaties heen te organiseren. Door de stijgende levensverwachting, erven we immers ook steeds op latere leeftijd, waardoor erfopvolgers vaker de wens uiten om hun erfdeel, na aanvaarding, meteen ofwel volledig, ofwel deels te willen doorschenken aan hun kinderen. In het ontwerp van decreet van 4 mei 2018 heeft de Vlaamse decreetgever zich ingeschreven in deze logica, en verschaft het inzicht in haar interpretatie van de erfenissprong. De Memorie van toelichting stelt dat : “Als de waarde van de goederen, die naar aanleiding van een nalatenschap zijn verkregen met heffing van erfbelasting, binnen het jaar door de erfopvolger per schenking wordt overgedragen naar een volgende generatie, dan wordt deze schenking vrijgesteld van verdere schenkbelasting.” (nieuw art. 2.8.6.0.9. VCF)
De flexibele erfenissprong veronderstelt echter wel een aantal toepassingsvoorwaarden: De termijn om deze doorgeefschenking uit te voeren (per notariële akte) bedraagt 1 jaar vanaf overlijden van de erflater en kan pas ontstaan indien de erflater overlijdt na 31 augustus 2018, waarbij het Vlaamse Gewest erfbelasting heeft geheven en deze is betaald. De vrijstelling wordt gelimiteerd tot het bedrag van de geheven erfbelasting. Om van de vrijstelling te kunnen genieten dient dit aangevraagd te worden in de betreffende notariële schenkingsakte.
De vrijstelling kan betrekking hebben op alle goederen van een nalatenschap, zowel roerende als onroerende goederen
Onroerende goederen
Wanneer een erfopvolger een onroerend goed wenst door te schenken aan zijn/haar kinderen, en zich wenst te beroepen op de vrijstelling, dan moet dit onroerend goed, volgens de algemene regel, in een recent verkregen nalatenschap hebben gezeten. Het is immers van belang dat er een duidelijke band zichtbaar blijft tussen het verkrijgen uit de nalatenschap en de vrijgestelde schenking. Van deze regel mag evenwel toch afgeweken worden indien de erfopvolger al een zakelijk recht uitoefende op het ontvangen goed uit de nalatenschap. Ten slotte is het ook van belang te melden dat de regels van het zgn. progressievoorbehoud in al zijn facetten van toepassing blijven op deze zgn. doorgeefschenking.
Roerende goederen
Bovenstaand regime staat in schril contrast met dat van de roerende goederen, waar men vaak niet kan preciseren wanneer een ‘duidelijke’ band voorhanden is. De decreetgever heeft hieraan verholpen door het concept ‘waarde van de goederen’ in te voeren. Beschouw de situatie waarin een erflater aandelen overlaat aan de erfopvolger, en deze laatste wenst door te schenken aan zijn/haar kinderen onder toepassing van bovenstaand regime. Dan moet men slechts rekening houden met de waarde van de geërfde aandelen en de waarde van de erfbelasting.
Het is hierbij dus niet vereist dat de aandelen effectief worden geschonken. Indien de waarde van het geschonken goed deze van het geërfde goed overstijgt, zal het vrijgesteld bedrag verhoudingsgewijs worden toegepast. Wanneer slechts een deel van de waarde die met erfbelasting werd belast, wordt geschonken, dan moet men dit opnieuw verhoudingsgewijs bekijken.
Deze nieuwe fiscale mogelijkheid zal simultaan in voege treden met het nieuwe erfrecht, m.n. vanaf 1 september 2018. Of deze techniek vaak zal aangewend worden in de praktijk, valt nog af te wachten, gezien o.m. de complexiteit van de berekening van de vrijstelling. Als de drie generaties het eens zijn bij leven, kan een goed uitgekiend ‘Ik Opa testament’ je immers verder brengen in jouw fiscale planning.