Als je je familiale vennootschap wil doorgeven aan de volgende generatie, dan is een schenking de beste oplossing. Daarvoor bestaat namelijk een gunstregime, waardoor je onder bepaalde voorwaarden kunt schenken zonder fiscale druk. Maar wat zijn die voorwaarden? En waarom begin je er best zo snel mogelijk aan?
1. Is het wel een familiale vennootschap?
De eerste voorwaarde is de participatievoorwaarde. Kort gesteld bepaalt onder meer deze voorwaarde of je vennootschap ook effectief als familiale vennootschap gezien kan worden. Dit houdt in dat je als schenker samen met je familie een volle eigendom van minstens 50% bezit. Die volle eigendom kan je berekenen op basis van het aantal aandelen dat jij en je familie bezitten. Het begrip familie wordt hierbij ruim gezien: je partner, broers of zussen en hun partners en je kinderen en hun partners vallen hieronder.
Voldoe je niet aan de voorwaarde van 50%, dan kun je nog steeds voldoen aan de participatievoorwaarde als je samen met één andere aandeelhouder (en zijn of haar familie) 70% procent bezit, of met twee andere aandeelhouders (en hun familie) 90% bezit van de vennootschap.
2. Oefen je een reële economische activiteit uit?
De tweede voorwaarde is de activiteitsvoorwaarde. Die stelt dat je vennootschap een exploitatievennootschap moet zijn. Daarvoor moet je een reële economische activiteit uitoefenen, zoals nijverheid, ambacht, handel, landbouw of een vrij beroep. Die activiteit kan je bewijzen aan de hand van je jaarrekening en je statuten.
Expliciet uitgesloten zijn managementvennootschappen, passieve vennootschappen (die bijvoorbeeld enkel beleggingsactiviteiten uitoefenen) en patrimoniumvennootschappen (die enkel passief onroerend goed beheren).
2bis. Wat als je ook niet-bedrijfsmatig vastgoed in je vennootschap hebt?
Veel ondernemers investeren de winst van hun onderneming in niet-bedrijfsmatig vastgoed (vastgoed dat niet essentieel is voor de uitvoering van hun economische activiteit). Denk bijvoorbeeld aan je gezinswoning, of een appartement dat je verhuurt. Daardoor beheren veel exploitatievennootschappen ook vastgoed. Die vennootschappen dreigen dan gezien te worden als (deels) patrimoniumvennootschap. Fiscaalvriendelijk schenken kan momenteel nog, maar zal in de toekomst beperkt worden.
3. Zal je vennootschap blijven voortbestaan?
De laatste voorwaarde is de continuïteitsvoorwaarde. Die bepaalt dat degene die de vennootschap krijgt gedurende 3 jaar na de schenking een economische activiteit moet verderzetten.
4. Ben je klaar voor 2025?
De nieuwe Vlaamse regering neemt dit gunstregime binnenkort onder de loep. Daarbij zal er speciale aandacht gaan naar het niet-bedrijfsmatig vastgoed. Als ondernemer loop je dus het risico dat je binnenkort niet meer kan genieten van het gunstregime, althans voor het gehele vermogen van je vennootschap.
Je kijkt dus best of je nu al (een deel van) je vennootschap aan de volgende generatie kan schenken. Om zeker te zijn dat je van het gunstregime kan genieten, kunnen we bijvoorbeeld een voorafgaande beslissing aanvragen bij VLABEL (de Vlaamse Belastingdienst). Deze garandeert dan dat je, als je de schenking binnen een bepaalde termijn doet, zeker aan 0% kan schenken. Daar wachten we best niet te lang mee: VLABEL heeft namelijk 3 maanden de tijd om op je aanvraag te reageren. Dan kan het gunstregime mogelijk al afgeschaft zijn. Wil je dus zeker zijn van je stuk, neem dan contact op met een van onze experten en we helpen je tijdig met je overdracht.