Volstort ik mijn inbreng in geld bij de oprichting van een BV of niet ?
Indien u een besloten vennootschap wenst op te richten, houd er dan rekening mee dat alle inbrengen vanaf de oprichting volledig dienen gestort te zijn, tenzij u anders bepaalt in de oprichtingsakte. Als vergoeding voor de inbreng die u doet, worden u aandelen toebedeeld.
Uw inbreng in geld dient gedeponeerd te worden op een bijzondere rekening op naam van de vennootschap in oprichting bij een financiële instelling. Als bewijs van de storting op deze rekening wordt een bankattest afgeleverd, dat u aan de notaris dient te overhandigen bij de oprichting van de besloten vennootschap, samen met het financieel plan.
U kan als oprichter ook beslissen om slechts een deel van uw inbreng in geld te storten op de bijzondere bankrekening. Indien de vennootschap later nood heeft aan bijkomende gelden, kan het bestuursorgaan u vragen om uw inbreng volledig te storten.
Maar wist u dat het ook mogelijk is om u in de oprichtingsakte te verbinden tot een bepaalde inbreng, die trouwens volledig en onvoorwaardelijk moet geplaatst zijn, maar op het ogenblik van de oprichting nog NIETS te storten ?
Door deze werkwijze te volgen, vermijdt u het bankattest.
Dit artikel is deel van onze reeks Talk of The Town. Elke twee weken brengen onze adviseurs op maandag een hot issue of nice to know voor ondernemers. Zo ben jij altijd op de hoogte! En bij vragen: Let's talk!