Doe je deze zomer ook weer een beroep op studenten binnen je onderneming? Hieronder zetten we de aandachtspunten van studentenarbeid nog eens op een rij.
Het loon van studenten is, onder bepaalde voorwaarden, vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing. Bovendien kan een studentenjob ook de brug vormen naar een vaste tewerkstelling en de jou als werkgever een voordeel opleveren in de alomtegenwoordige ‘war for talent’. Waar je voldoende aandacht aan moet besteden?
1. Voorwaarden voor de student
Iedereen die het hoofdstatuut van student heeft, komt in aanmerking. Er is geen maximumleeftijd voorzien om als student in aanmerking te komen en dus een arbeidsovereenkomst voor studenten af te sluiten. Er geldt wel een minimumleeftijd van 15 jaar om een studentenovereenkomst te kunnen sluiten, op voorwaarde dat de jongere dan niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht.
2. Arbeidsovereenkomst voor studenten
Een studentenovereenkomst moet schriftelijk worden afgesloten ten laatste op het moment waarop de student in dienst treedt en moet een aantal wettelijk bepaalde gegevens vermelden, zoals:
- de datum van het begin en het einde van de uitvoering van de overeenkomst;
- de plaats van de uitvoering van de overeenkomst;
- een beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie of functies;
- het bevoegde paritair comité.
Verder zijn er nog een aantal bepalingen die enkel in de studentenovereenkomst moeten worden opgenomen voor zover zij niet in het arbeidsreglement van de werkgever opgenomen zijn.
Bij gebrek aan een (correcte) schriftelijke overeenkomst, riskeer je als werkgever een strafrechtelijke boete van € 400 – € 4.000 of een administratieve boete van € 200 – € 2.000. In bepaalde gevallen gelden de regels van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
3. Arbeidsvoorwaarden
Het loon voor studenten is hetzelfde als het loon van de andere werknemers in de onderneming die eenzelfde functie uitoefenen. De loonbarema’s die gelden binnen de onderneming - dit kunnen barema’s zijn op ondernemingsniveau of op sectoraal niveau - zijn dus eveneens van toepassing op de studenten.
Studenten die langer dan 1 maand in dienst zijn hebben te allen tijde recht op het gemiddeld gewaarborgd maandelijks minimuminkomen (GGMMI). Sinds 1 april 2022 bedraagt het GGMMI € 1.806,16 bruto. Voor studenten jonger dan 21 jaar wordt het GGMMI berekend op basis van een percentage afhankelijk van de leeftijd van de student.
Voor studenten geldt in principe dezelfde normale arbeidsduur, dat wil zeggen maximum 8 uur per dag en gemiddeld 38 uur per week (behoudens sectorale afwijkingen). Voor studenten onder de 18 jaar gelden bovendien enkele specifieke regels met betrekking tot overwerk, nachtarbeid en weekendwerk.
4. Overige formaliteiten
Een belangrijke formaliteit bij het tewerkstellen van studenten is de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling of “Dimona-aangifte” (specifiek voor studenten). De werkgever moet ook aan iedere student het arbeidsreglement overhandigen.
5. RSZ en bedrijfsvoorheffing
Het loon voor studenten is vrijgesteld van de normale bijdrageplicht indien de student:
- is aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor studenten;
- maximum 475 uren per kalenderjaar werkt bij één of meerdere werkgevers;
- enkel werkt buiten de periodes van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling.
Op het loon van studenten is wel een solidariteitsbijdrage van 8,14% verschuldigd, waarvan 5,43% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student.
De eerste 475 uren van het kalenderjaar die in het kader van een studentenovereenkomst worden gepresteerd, zijn eveneens vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing voor zover deze uren ook vrijgesteld zijn van RSZ-bijdragen.
Of de student fiscaal ten laste blijft, hangt af van verschillende factoren zoals de gezinstoestand en de jaarlijkse netto bestaansmiddelen van de student.
Zit je met vragen over studentenarbeid of heb je hulp nodig bij het opstellen van een studentenovereenkomst? Contacteer gerust onze HR Legal advisors.