Het nieuwe vennootschapsrecht biedt nieuwe mogelijkheden tot successieplanning
Sedert 1 mei 2019 is het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) in werking getreden.
Één van de krachtlijnen voor de hervorming was de flexibilisering, die voornamelijk voor de besloten vennootschap (BV - vroegere besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA)) de grootste wijzigingen met zich meebracht.
In de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gold voor wat betreft de lidmaatschapsrechten één aandeel geeft recht op één stem en de vermogensrechten elk aandeel geeft recht op een gelijke deelname in de winst (uitzondering aandelen zonder stemrecht).
In een eerder nieuwsbericht lichtten we reeds de mogelijkheid toe om hier in het kader van een familiale overdracht van af te wijken en te werken met meervoudige stemrechten en afwijkende winstrechten.
Er gelden slechts enkele beperkingen:
- In de BV dient er minstens één aandeel met stemrecht te zijn
- Aandelen zonder stemrecht hebben in welbepaalde gevallen (wettelijk vastgelegd) toch recht op een stem (bijvoorbeeld in geval van omzetting, wijziging van de rechten van soorten aandelen, …)
- Ieder aandeel moet delen in de winst of in het vereffeningssaldo
- Het verbod op het leeuwenbeding blijft evenwel behouden, al werd in een versoepeling voorzien: het is nog steeds verboden om aan één aandeelhouder de gehele winst toe te kennen of aan één of meer aandeelhouders het recht op enige deelname in de winst te ontzeggen. Wel kan iemand nu uitgesloten (vrijgesteld) worden tot deelname in het verlies van de vennootschap.
Daarnaast kunnen in de statuten nog allerlei andere bepalingen worden opgenomen die van belang kunnen zijn in het kader van een successieplanning, zoals:
- een vetorecht toekennen aan een categorie van aandelen voor het wijzigen van bepaalde statutaire clausules
- verschillende meerderheden voorzien of een verschillend aantal stemmen voorzien in functie van de te nemen van de beslissing
- goedkeurings- of voorkoopclausules voorzien (kan ook in afzonderlijke aandeelhoudersovereenkomst)
- eventueel opschortende of ontbindende voorwaarden voorzien
Voorbeeld
Een vader bezit alle 100 aandelen van een familiale BV. Hij heeft twee kinderen, die beiden actief zijn in de vennootschap. Vader wenst de familiale BV stilaan over te dragen aan zijn kinderen en hen bij de leiding te betrekken, doch wenst hen niet onmiddellijk alle zeggenschap ineens toe te kennen. Hij wil zelf nog enkele jaren aan het roer van de vennootschap blijven staan en nog een deel van de winsten krijgen voor de inspanningen die hij nog levert. Op deze manier wil hij de kinderen geleidelijk aan betrekken bij de vennootschap en vermijden dat zij ineens alle zeggenschap en bijhorende verantwoordelijkheden dragen.
Vader kan de aandelen indelen in categorieën van aandelen, namelijk in categorie A en categorie B. Er worden 10 aandelen van categorie A uitgegeven waaraan 20 stemmen per aandeel worden toegekend en 90 aandelen van categorie B waaraan 1 stem per aandeel wordt toegekend. Vader schenkt aan ieder kind 45 aandelen van categorie B in volle eigendom en behoudt zelf de 10 aandelen van categorie A. Zo heeft vader steeds de meerderheid met 200 stemmen terwijl beide kinderen samen 90 stemmen hebben.
Daarnaast kan in de statuten worden bepaald dat aandelen van categorie A recht geven op 65% van de winst en aandelen van categorie B recht geven op 35% van de winst.
In de statuten kan ook voorzien worden dat voormeld meervoudig stem- en winstrecht vervalt bij het bereiken van een bepaalde leeftijd van de aandeelhouders categorie B of het bereiken van de pensioenleeftijd van de aandeelhouder van categorie A en dat vanaf dat ogenblik ieder aandeel ongeacht de categorie een gelijk stem- en winstrecht zal krijgen.
Conclusie
Goede op maat gemaakte statuten kunnen een grote rol spelen in het kader van een successieplanning van een familiale onderneming. Hierbij geldt wel, hoe complexer de regeling, des te groter het belang dat alles goed wordt doorgesproken zodat niks over het hoofd gezien wordt en de statuten een sluitende basis vormen.
Wees ook aandachtig voor mogelijke fiscale gevolgen bij de regeling van de vermogensrechten zoals bij een ongelijkheid tussen de inbrengen en de toegekende winstrechten – deze moeten kunnen worden verantwoord tussen onafhankelijke partijen.