Sinds de invoering van de Huwelijksvermogenswet van 22 juli 2018 is het voor echtgenoten - gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen - mogelijk om huwelijksvoordelen in het huwelijkscontract op te nemen.
Die beschermen de langstlevende echtgenoot beter tegen de soms “harde” gevolgen van de uitwerking van dit huwelijksvermogensstelsel.
Het wettelijk stelsel als inspiratie
In het wettelijk stelsel onderscheiden we drie vermogens:
• het eigen vermogen van echtgenoot A;
• het eigen vermogen van echtgenoot B;
• en het gemeenschappelijk vermogen.
Het eigen vermogen van de echtgenoten bestaat uit de goederen die zij reeds bezitten van vóór het huwelijk, schenkingen en legaten die zij verkrijgen tijdens het huwelijk en de goederen die werden aangekocht als wederbelegging van eigen vermogen. Andere goederen worden vermoed tot het gemeenschappelijk vermogen te behoren.
Bij een overlijden van een van de echtgenoten wordt eerst het huwelijksvermogensstelsel ontbonden alvorens de nalatenschap verdeeld kan worden. Als er niets werd bepaald in het huwelijkscontract hangt het erfrecht van de langstlevende echtgenoot af van de gezinssamenstelling.
Zijn er geen kinderen, maar laat de eerst stervende echtgenoot (groot)ouders, broers of zussen na, dan erft de langstlevende de volle eigendom van (het deel van de eerst stervende in) het gemeenschappelijk vermogen én het vruchtgebruik van het eigen vermogen van de overledene. Zijn er wel kinderen, dan erft de langstlevende het vruchtgebruik van de hele nalatenschap (zijnde het eigen vermogen van de overleden echtgenoot en de helft van het gemeenschappelijk vermogen). De kinderen erven de blote eigendom.
De kinderen en de langstlevende zullen voor wat betreft de goederen die zij in blote eigendom – vruchtgebruik aanhouden altijd rekening moeten houden met elkaar (bijvoorbeeld voor de verkoop ervan).
Bovenstaande situaties stemmen vaak niet overeen met de wensen van de echtgenoten. Het is daarom interessant om tijdens het leven in te grijpen op het niveau van het huwelijkscontract om zo de langstlevende echtgenoot beter te beschermen. Dit kan door een zogenaamd keuzebeding of verblijvingsbeding (“langst leeft, al heeft”- beding) op te nemen in het huwelijkscontract.
Het keuzebeding of verblijvingsbeding in het wettelijk stelsel
Voor echtgenoten die gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel is het keuzebeding al jaar en dag bekend. Een keuzebeding die opgenomen is in het huwelijkscontract biedt de langstlevende echtgenoot de mogelijkheid om na het overlijden van de eerst stervende echtgenoot te kiezen wat hij/ zij zal doen met het gemeenschappelijk vermogen. De langstlevende kan met andere woorden kiezen welke goederen van het gemeenschappelijk vermogen hij of zij uit de nalatenschap wenst te verkrijgen (in volle eigendom of in vruchtgebruik) en welke goederen hij of zij al wil laten overgaan naar de volgende generatie.
Het is pas op het moment van het overlijden van de eerst stervende dat de langstlevende moet bepalen hoe het gemeenschappelijk vermogen wordt vererfd. Die zal dan, rekening houdend met alle omstandigheden van dat moment (de samenstelling van het gemeenschappelijk vermogen, de tarieven van erfbelasting, de relatie met (schoon)kinderen, leeftijd, financiële behoeften,…) een beslissing kunnen nemen.
Naargelang de keuze zal ook de te betalen erfbelasting variëren. Als de langstlevende ervoor kiest om méér dan de helft van het gemeenschappelijk vermogen naar zich toe te trekken, zal hij of zij hierop erfbelasting betalen.
Hebben de echtgenoten een verblijvingsbeding opgenomen in hun huwelijkscontract dan zijn zij overeengekomen dat het volledig gemeenschappelijk vermogen zal toekomen aan de langstlevende echtgenoot. Dit wordt echter zwaar belast in de erfbelasting.
Uitbreiding naar het stelsel van scheiding van goederen
Ook voor echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen is er nu een gelijkaardige mogelijkheid om op het niveau van het huwelijkscontract meer bescherming voor de langstlevende echtgenoot in te bouwen.
In een stelsel van scheiding van goederen zijn er slechts twee vermogens: het eigen vermogen van echtgenoot A en het eigen vermogen van echtgenoot B. Er is geen gemeenschappelijk vermogen. Niettemin, kunnen de echtgenoten wel samen (on)roerende goederen verwerven. Deze vermogensbestanddelen houden zij dan aan in “onverdeeldheid”.
Is er niets geregeld in het huwelijkscontract, dan erft de langstlevende het vruchtgebruik van de eigen goederen van de overleden echtgenoot (waaronder ook diens aandeel in de onverdeeldheid). De blote eigendom komt toe aan de kinderen. Ook hier kan de opdeling blote eigendom – vruchtgebruik een blokkerende werking hebben voor de langstlevende.
Een keuzebeding kan daarom ook voor echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen aangewezen zijn.
Hebben de echtgenoten geen kinderen, dan erft de langstlevende echtgenoot de volle eigendom van (het deel van de eerst stervende in) de onverdeeldheid. Het vermogen moet wel exclusief tussen de echtgenoten in onverdeeldheid zijn. Daarnaast erft de langstlevende het vruchtgebruik van de overige eigen goederen van de overledene.
Het verblijvingsbeding op exclusief onverdeelde roerende goederen in een stelsel van scheiding van goederen
Zoals in het wettelijk stelsel kan ook in een stelsel van scheiding van goederen een verblijvingsbeding overeengekomen worden. De juridische gevolgen zijn gelijkaardig in beide huwelijksstelsels. De fiscale implicaties kunnen echter erg verschillen.
Zoals vermeld, zal een langstlevende echtgenoot gehuwd onder het wettelijk stelsel bij de uitwerking van een keuzebeding erfbelasting verschuldigd zijn indien hij of zij méér dan de helft van het gemeenschappelijk vermogen naar zich toetrekt. De toepassing van een verblijvingsbeding, waarbij de totaliteit van het gemeenschappelijk vermogen verworven wordt, wordt dus fiscaal afgestraft.
De langstlevende echtgenoot gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen kan met behulp van een verblijvingsbeding echter het volledig onverdeeld vermogen verwerven, zonder hierop enige erfbelasting verschuldigd te zijn. Voorwaarde is dat het vermogen exclusief tussen hen in onverdeeldheid is. Betreft het vermogen uitsluitend roerende goederen dan is de verkrijging door de langstlevende echtgenoot volledig belastingvrij. Betreffen het (ook) onroerende goederen, dan kan dit nog aanleiding geven tot het betalen van verkooprecht of verdeelrecht. Met deze techniek bescherm je de langstlevende op een fiscaal gunstige manier.
Wacht niet te lang!
Je hoort waarschijnlijk regelmatig dat een successieplanning moet gericht zijn op je kinderen en op een besparing van erfbelasting voor de volgende generatie. Nu weet je wel beter: een successieplanning tussen en ten voordele van echtgenoten behoort evenzeer tot de mogelijkheden!
Laat het feit dat je geen kinderen hebt of dat je kinderen nog te jong zijn om een planning uit te werken niet langer een excuus zijn. Spring eens binnen bij onze adviseurs vermogensplanning! Zij helpen je graag om samen met jou en je echtgeno(o)t(e) te kijken welke huwelijksvoordelen in jouw concrete situatie tot het meest gewenste resultaat kunnen leiden. Let’s talk!