Formaliteiten deeltijdse arbeid worden vanaf 1 oktober 2017 vereenvoudigd
Graag bezorgen we u hierbij een overzicht van de vereenvoudigingen die in werking treden vanaf 1 oktober 2017.
1. Deeltijdse uurroosters moeten niet langer opgenomen worden in het arbeidsreglement
Deeltijdse uurroosters – zowel vaste uurroosters als variabele uurroosters – dienen niet langer opgenomen te worden in het arbeidsreglement. In de plaats daarvan, moet het arbeidsreglement het volgende vermelden:
- Tijdvak waarbinnen prestaties kunnen worden geleverd;
- De dagen van de week waarop gewerkt kan worden;
- Minimale en maximale dagelijkse arbeidsduur;
- Wanneer de wekelijkse arbeidsduur variabel is, de minimale en maximale wekelijkse arbeidsduur.
De vaste uurroosters moeten enkel opgenomen worden in de arbeidsovereenkomst van de werknemer. De variabele uurroosters dienen niet meer opgenomen te worden in het arbeidsreglement noch in de arbeidsovereenkomst.
Voor deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster dient enkel de arbeidsregeling – bijvoorbeeld een (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur van 30 uur – vermeld te worden in de arbeidsovereenkomst, én dient de arbeidsovereenkomst te vermelden dat de werknemer met een variabel uurrooster werkt. Werkgevers die vóór 1 oktober 2017 al deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster in dienst hebben, dienen hun arbeidsreglement aan te passen tegen begin april 2018.
2. Bewaren deeltijdse arbeidsovereenkomst
De werkgever is ertoe gehouden om een afschrift van elke deeltijdse arbeidsovereenkomst te bewaren op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. Vanaf 1 oktober 2017 kan dit ook elektronisch.
3. Bekendmaking variabele uurroosters
Momenteel moet een werkgever de deeltijdse variabele uurroosters:
- tijdig meedelen aan de werknemer via aanplakking (of een andere manier die is opgenomen in CAO of arbeidsreglement) én
- aanplakken vóór het begin van de arbeidsdag.
Vanaf 1 oktober 2017 bepaalt elke werkgever in zijn arbeidsreglement hoe hij de uurroosters meedeelt aan de werknemer. Dit dient te gebeuren op een betrouwbare, geschikte en toegankelijke wijze (e-mail, sms, brief, aanplakking in het bedrijf, intranet,…). De bekendmaking gebeurt nog steeds verplicht minstens vijf werkdagen vooraf.
Een algemeen verbindend verklaarde CAO kan deze termijn tot minimum 1 werkdag inkorten. Aanplakking voor het begin van de arbeidsdag is niet meer nodig. De wijze waarop en de termijn waarbinnen de deeltijdse werknemers op de hoogte zullen gebracht worden, dient bepaald te worden in het arbeidsreglement.
Werkgevers die vóór 1 oktober 2017 deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster in dienst hebben, krijgen de tijd tot begin april 2018 om hun arbeidsreglement aan te passen.
4. Registratie van afwijkingen
Een deeltijdse werknemer kan uren presteren die buiten zijn uurrooster vallen. Deze uren dienen verplicht geregistreerd te worden. Momenteel veronderstellen de verschillende mogelijkheden van registratie het gebruik van papier. Vanaf 1 oktober 2017 niet meer. De werkgever kan vanaf dan, een systeem van tijdsopvolging gebruiken.
Uit dit systeem van tijdsopvolging moet duidelijk blijken wie wanneer heeft gewerkt en hoelang en dient dan ook te voldoen aan bepaalde voorwaarden (vermelding van begin en einde van de prestaties en pauzen, bewaarplicht,…).
5. Verhoging krediet bijkomende uren voor bepaalde deeltijdse werknemers
Sommige prestaties van deeltijdse werknemers worden gelijkgesteld met overuren, te betalen via een toeslag. Voor een beperkt aantal uren – krediet aan bijkomende uren – dient er geen overloon betaald te worden. Voor deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster en een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur stijgt het aantal kredieturen vanaf 1 oktober 2017.