De verhoging van de roerende voorheffing op de liquidatieboni stijgt vanaf 1 oktober 2014 van 10% naar 25%. Wanneer de sluiting van de vereffening niet tijdig kan gebeuren dan verliest men in principe de 10% roerende voorheffing. Dit kan het geval zijn wanneer er nog een gerechtelijke procedure loopt of er nog contractuele verplichtingen zijn.
In de praktijk kunnen in de loop van de vereffening al één of meer voorschotten op het netto-actief worden uitgekeerd. De vraag stelt zich of op een voorschot uitgekeerd vóór 1 oktober de roerende voorheffing van 10% verschuldigd is.
De Minister van financiën heeft hierop bevestigend geantwoord. Wanneer een voorschot wordt uitgekeerd vóór 1 oktober 2014 dan heeft dat tot gevolg dat de toekenning of betaalbaarstelling van deze voorschotten de roerende voorheffing verschuldigd maakt. Hierdoor kan op een voorschot op liquidatiebonus 10% roerende voorheffing worden ingehouden. Het doet er dan niet toe wanneer de vereffening effectief wordt gesloten.
Opgelet, er mag geen sprake zijn van misbruik. Hiermee wordt mogelijks bedoeld dat de vennootschap in vereffening gaat, maar activiteiten blijft uitoefenen en dus geruime tijd later nog niet is overgegaan tot de definitieve afwikkeling van de vereffening.
Behoudens misbruik kan dus op voorschotten uitgekeerd vóór 1 oktober 2014 het huidige tarief van 10% roerende voorheffing toegepast worden.