Alle aandelen in één hand zonder dat dit gevolgen heeft voor het rechtsgeldig voortbestaan van de vennootschap: het kan enkel voor de rechtsvormen NV en BVBA. Voor alle andere vennootschapsvormen voorziet het vennootschapsrecht immers dat zij niet éénhoofdig kunnen bestaan. In het geval van éénhoofdige NV's en BVBA's zijn er wel een paar kanttekeningen noodzakelijk!
Wanneer alle aandelen van een NV bij één enkele aandeelhouder (natuurlijke persoon of rechtspersoon) of de aandelen van een BVBA bij één enkele vennoot-rechtspersoon terecht komen, beschikt deze laatste over een periode van één jaar om deze situatie te regulariseren. Zoniet, zal hij/zij hoofdelijk borg staan voor alle verbintenissen van de vennootschap die werden aangegaan sinds haar éénhoofdigheid tot de regularisatie daarvan. Hij wordt daarbij geen medeschuldenaar, maar kan wel rechtstreeks aangesproken worden door eventuele schuldeisers. Zodra opnieuw een tweede aandeelhouder instapt, herleeft de “beperkte aansprakelijkheid”. De ‘medegehoudenheid’ heeft dus betrekking op een welbepaalde periode (die van éénhoofdigheid), eerder dan op welbepaalde verbintenissen.
Meer weten? Onze dienst Legal helpt u graag verder!
Een rechtspersoon die alleen een BVBA opricht of een natuurlijke persoon die alleen een tweede BVBA opricht of aanhoudt (behoudens wanneer betreffende aandelen wegens overlijden op hem zijn overgegaan), zal – zonder regularisatietermijn - eveneens geconfronteerd worden met bovenvermelde hoofdelijke borgstelling en dit tot de instap van een nieuwe vennoot of de ontbinding van de vennootschap. Die enige vennoot beschikt dan bovendien over één jaar om het bedrag van het kapitaal -minimaal ten belope van 12.400,00 EUR- te volstorten (wederom op straffe van hoofdelijke borgstelling tot aan regularisatie).
Conclusie: enige aandeelhouder of enige vennoot, de facto kan het, maar zonder correcte risico-inschatting is het zeker niet wenselijk!