Het gaat in dergelijke gevallen vaak om een bestuurdersmandaat dat er eigenlijk geen is. De (al dan niet bezoldigde) bestuurder/zaakvoerder zal in de praktijk immers weinig meer ondernemen dan aanwezig zijn en ondertekenen wanneer en waar nodig.
Wat velen hierbij lijken te vergeten: inbreuken op enerzijds bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen of anderzijds de statuten van de vennootschap hebben de hoofdelijke aansprakelijkheid van de zaakvoerder/bestuurders tot gevolg. Daardoor worden dus ook “pro forma” bestuurders hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de fouten die in feite werden gemaakt door de “actieve” bestuurders.
Kan men dan als “pro forma” bestuurder hopen dat de bewering (en zelfs het bewijs) dat men geen enkele relevante ervaring heeft in de bedrijfswereld noch op enige wijze bij het bestuur of het beleid van de vennootschap betrokken was, redding brengt? Helaas, bovenvermelde verdediging vindt in de Belgische rechtspraak geen steun. Het mag immers redelijkerwijze van iedere zaakvoerder/bestuurder verwacht worden dat hij of zij op de hoogte is van wat van de inhoud en draagwijdte van zijn/haar bestuurdersmandaat is en wat de daaruit voortvloeiende verbintenissen zijn.
Een bestuurder wordt geacht zich effectief en daadwerkelijk met het beheer en beleid van de vennootschap bezig te houden Ziet men zichzelf daar materieel, intellectueel of om een andere reden niet toe in staat: denk aan de mogelijke gevolgen en weiger het mandaat of eis een uitgebreide polis bestuurdersaansprakelijkheid die bovendien fiscaal aftrekbaar is!