Op Europees en Belgisch niveau is het wetgevend initiatief genomen om een "overwinstbelasting" in te voeren. Waarover gaat het juist en wat is de impact voor jou en je onderneming?
De huidige energiecrisis, die reeds in 2021 begon en verergerde met de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, heeft ertoe geleid dat de gas-en elektricteitsprijzen aanzienlijk zijn gestegen. Daarom is er op Europees en Belgisch niveau het wetgevend initiatief genomen om een "overwinstbelasting" in te voeren.
Deze regeling houdt in dat sommige elektriciteitsproducenten een bijzondere heffing verschuldigd zijn op “het surplus aan inkomsten” dat zij tussen 1 augustus 2022 en 30 juni 2023 behalen.
Wie?
De heffing is verschuldigd door producenten (‘iedere natuurlijke of rechtspersoon’) van elektriciteit indien zij elektriciteit opwekken uit de volgende bronnen:
• windenergie;• zonne-energie;
• geothermische energie;
• waterkracht zonder reservoir;
• biomassabrandstoffen (vaste of gasvormige biomassabrandstoffen), m.u.v. methaan;
• afvalstoffen;
• kernenergie;
• bruinkool;
• ruwe aardolieproducten;
• turf.
De heffing is verschuldigd per productie-eenheid en betreft alleen installaties met een geïnstalleerd vermogen van meer dan 1 MW. Ter info: zodra een onderneming bijvoorbeeld een windmolen heeft of een zonnepaneleninstallatie van 3.000 à 3.500 zonnepanelen, bestaat de kans dat de drempel van 1 MW wordt overschreden.
Kleine producenten (zoals residentiële verbruikers met zonnepanelen op hun dak) zijn deze heffing (en aangifteverplichtingen) dus niet verschuldigd.
Verder gelden er uitzonderingen voor (alhoewel toch onderhevig aan een aangifteverplichting):
• “energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare energiegemeenschappen, of gelijkgestelde gemeenschappen als bedoeld in de regionale wetgeving” (op voorwaarde dat het surplus aan inkomsten rechtstreeks aan de consumenten die leden van deze gemeenschappen zijn, wordt overgedragen); en
• voor installaties die onder een productiesteunregeling vallen (voor zover de marktinkomsten door een bevoegde autoriteit worden geplafonneerd).
Hoeveel?
De heffing bedraagt 100% van het surplus aan inkomsten. Het surplus wordt berekend als het positief verschil tussen de marktinkomsten en een vastgelegd plafond. Dit plafond wordt vastgesteld op 130 EUR/MWh, maar er zijn uitzonderingen waar dit 180 EUR/MWh is.
Verbod doorrekening heffing
De elektriciteitsproducenten mogen de heffing op geen enkele wijze (rechtstreeks of onrechtstreeks) doorrekenen aan andere ondernemingen of eindverbruikers.
Aangifteverplichting
Er zijn 2 periodes waarvoor de heffing verschuldigd is met elk een eigen deadline voor indiening van de aangifte:
Periode | Deadline |
1 augustus 2022 t.e.m. 31 december 2022 | 30 april 2023 |
1 augustus 2023 t.e.m. 30 juni 2023 | 7 september 2023 |
De aangifte moet online worden ingediend via de website van de CREG. Noteer dat de schuldenaar van de heffing eerst moet geregistreerd worden bij de CREG. De validatie van deze registratie kan enkele dagen in beslag nemen. Bijgevolg raden we aan om dit zeker vóór 24 april 2023 aan te vragen.
Gelet op de techniciteit van de heffing, heeft de CREG een document gepubliceerd (zie hieronder) met bijkomende duiding over de regeling, de berekening van het surplus alsook over hoe de aangifte moet ingevuld worden.
Voorstel van heffing
Zodra de aangifte is ingediend, zal de CREG een “voorstel” doen van de heffing. Dit voorstel wordt overgemaakt aan de FOD Economie die finaal de heffing moet vaststellen. Het is de FOD Economie die de schuldenaar in kennis stelt van het te betalen bedrag (incl. vermelding van de vervaldatum). Indien niet binnen die termijn wordt betaald, zijn er nalatigheidsinteresten verschuldigd. De FOD Financiën is verantwoordelijk voor de eventuele invordering.
Noteer ten slotte dat de heffing zelf een aftrekbare beroepskost is op vlak van inkomstenbelastingen.
Voor meer info, neem contact op met een van onze tax adviseurs.