Onder bepaalde voorwaarden kunnen dividenden toegekend of verleend door een vennootschap gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie aan een Belgische vennootschap genieten van DBI-aftrek, waarbij 95% van het ontvangen dividend in mindering gebracht kan worden van de belastbare basis.
Sinds het Cobelfret-arrest kan de DBI-aftrek met betrekking tot deze dividenden die in een bepaald belastbaar tijdperk niet volledig in mindering gebracht kan worden van de belastbare inkomsten, onbeperkt overgedragen worden naar volgende belastbare tijdperken. Deze overdraagbaarheid geldt echter niet voor alle dividenden.
De Belgische wetgever heeft liquidatiedividenden namelijk uitgesloten van de overdraagbaarheid. Bij de liquidatie van een dochtervennootschap, is het dan ook van belang dat de moedervennootschap over voldoende belastbare inkomsten beschikt zodat de DBI-aftrek ten volle benut kan worden. De timing van de vereffening van een dochtervennootschap kan dan ook van cruciaal belang zijn.