Door de regionalisering van de belastingvoordelen voor de eigen woning, ontstond er in het Vlaamse gewest een scheeftrekking tussen belastingplichtigen die konden genieten van de gewestelijke woonbonus en deze die konden genieten van de gewestelijke belastingvermindering voor langetermijnsparen en de gewone interestaftrek.
Als eerste gewest heeft Vlaanderen met ingang van aanslagjaar 2016 besloten om de fiscale voordelen met betrekking tot de woonbonus af te bouwen. De maximale korf waarop een belastingplichtige recht had werd herleid van 3.120 EUR naar 2.360 EUR. Hypothecaire leningen afgesloten vanaf 1 januari 2015 voor het verwerven of behouden van de enige eigen woning, geven dan ook slechts recht op een maximale belastingvermindering van 944 EUR.
Eigenaar tweede woning
Belastingplichtigen die bij aankoop van hun eigen woning reeds eigenaar waren van een tweede woning, kunnen niet genieten van de gewestelijke woonbonus, maar hadden wel recht op een gewestelijke belastingvermindering voor langetermijnsparen. Dit leverde hen een maximale belastingbesparing op van 684 EUR. Daarnaast voorzag Vlaanderen als enige gewest, dat de interesten met betrekking tot deze woning konden genieten van een specifieke belastingvermindering van 40%. Hierdoor kon een belastingplichtige die eigenaar was van een tweede woning genieten van een hoger belastingvoordeel. Dit zorgde voor een bijzondere situatie waarbij een belastingplichtige een hoger fiscaal voordeel genoot als hij bij aankoop van zijn eigen woning reeds over een tweede woning beschikte, dan in het geval hij pas na verloop van tijd eigenaar werd van een nieuwe woning.
Verschillende fiscale voordelen worden op elkaar afgestemd
Voor hypothecaire leningen aangegaan vanaf 1 januari 2016 voor het verwerven van de eigen woning, zal de belastingplichtige kunnen genieten van een geïntegreerde woonbonus . Zowel leningen afgesloten voor de enige, als de niet-enige woning, zullen kunnen genieten van de woonbonus. Het basisbedrag van 1.520 EUR is van toepassing in beide gevallen. Een belastingplichtige zal wel maar recht hebben op de verhoging van 760 EUR (voor de eerste 10 jaar) en de verhoging van 80 EUR (minstens 3 kinderen ten laste bij afsluiten lening), als de eigen woning op moment van afsluiten van de lening tevens de enige woning is. Zoals reeds vroeger het geval was komen deze twee verhogingen te vervallen vanaf het moment de belastingplichtige eigenaar wordt van een tweede woning.
"Oude" en "nieuwe" woonbonus
Een combinatie tussen de “oude” en de “nieuwe” woonbonus is niet mogelijk. Indien de belastingplichtige zowel een lening heeft die in aanmerking komt voor de oude als de nieuwe woonbonus, dan zal hij een keuze dienen te maken. Als geopteerd wordt voor de toepassing van de geïntegreerde woonbonus is de keuze onherroepelijk. Er kan in een later stadium niet meer beslist worden om de “oude” woonbonus toe te passen. Anders is het indien de belastingplichtige kiest voor de voordelen verbonden aan de oude woonbonus. In dat geval kan hij op een later tijdstip nog steeds opteren voor de nieuwe woonbonus, waarna de keuze opnieuw onherroepelijk is. Gelijktijdig met de invoering van de geïntegreerde woonbonus wordt de gewestelijke belastingvermindering voor het langetermijnsparen en de gewone interestaftrek afgeschaft voor alle leningen die worden afgesloten vanaf 1 januari 2016. Hierdoor ontstaat voor het Vlaamse gewest één geharmoniseerd belastingvoordeel voor de eigen woning.