Als formele voorwaarde voor de uitoefening van het recht op aftrek inzake BTW geldt dat de belastingplichtige in het bezit moet zijn van een factuur uitgereikt conform de BTW wetgeving. Of anders gezegd, de factuur dient een aantal vermeldingen te bevatten zoals een omschrijving van de geleverde goederen of diensten, de gegevens van de dienstverlener/leverancier (waaronder naam, BTW-nummer, enz.), uw gegevens, ... Wanneer daar aan gezondigd wordt, kan bij controle de aftrek verworpen worden.
Stel dat u samen met uw echtgeno(o)t(e) een nieuwbouw wilt aankopen zodat u daar uw atelier kan onderbrengen. Moet de factuur dan op naam staan van diegene die de zelfstandige activiteit ontplooit om recht op aftrek te kunnen genieten? NEE! Wanneer een bedrijfsmiddel is verkregen en gefactureerd op naam van één der echtgenoten, maar bestemd is voor de andere echtgeno(o)t(e) die het gebruikt voor zijn/haar aan de BTW onderworpen werkzaamheid, kan deze laatste zijn/haar recht op aftrek alsnog uitoefenen.
Het feit dat de gegevens van diegene die het goed voor zijn/haar belastbare werkzaamheid gebruikt er niet op vermeld staan, doet daaraan geen afbreuk en dit ongeacht het huwelijksvermogensstelsel. Dit staat beschreven in een oude BTW-beslissing van 1976, maar die nog steeds van toepassing is.
Interessant om te weten dat, wie ook de aankoop van het bedrijfsmiddel verricht bij gehuwde koppels, dit geen beletsel vormt om recht op aftrek uit te oefenen!