Het sinds de wet van 15 april 2018 hervormde ondernemingsrecht bepaalt onder meer dat een “organisatie zonder rechtspersoonlijkheid” zoals een burgerlijke maatschap voortaan gedefinieerd wordt als een onderneming. Dit brengt voor de burgerlijke maatschap verschillende nieuwe en belangrijke verplichtingen met zich mee:
Inschrijving in de KBO
De maatschap zal, net zoals vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (BVBA, NV, …) zich moeten inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en dit vóór de aanvang van haar activiteiten, dus bij de oprichting.
De maatschap wordt dus een inschrijvingsplichtige onderneming met als gevolg dat de burgerlijke maatschap ook bij het publiek deels kenbaar zal gemaakt worden. In de KBO kan immers opgezocht worden op adres of op naam waardoor een deel van de discretie van een burgerlijke maatschap afbrokkelt wat in de meeste gevallen niet gewenst is.
Voeren van een boekhouding
Burgerlijke maatschappen zullen voortaan ook een boekhouding moeten voeren. Zo moeten zij volgens de nieuwe wetgeving “een voor de aard en de omvang van haar bedrijf passende boekhouding voeren …”.
Dit heeft als gevolg dat de burgerlijke maatschappen een dubbele boekhouding moeten voeren. Bedraagt hun omzet echter minder dan 500.000 EUR, dan dienen zij slechts een vereenvoudigde boekhouding te voeren.
Voor een maatschap die bijvoorbeeld medische activiteiten uitoefent kan snel geëvalueerd worden wat haar jaarlijkse omzet is. Voor een maatschap die een beleggingsportefeuille aanhoudt echter zal het begrip omzet ietwat moeilijker zijn in te vullen. Hierbij denken we dan aan intresten en dividenden met uitzondering van de meerwaarden die niet kunnen beschouwd worden als omzet.
Voorbeeld: een maatschap die een beleggingsportefeuille aanhoudt van 1 miljoen euro die bestaat uit één kapitalisatiefonds. Indien de maatschap geen aandelen in dit fonds heeft verkocht zal ze behoudens enkele bankkosten en eventuele belastingen geen resultaat hebben gerealiseerd. De maatschap zal een eenvoudige boekhouding moeten bijhouden die bestaat in het registreren van haar financiële bewegingen hetzij de enkele transacties van haar beleggingsportefeuille.
Termijn?
Bovenstaande veranderingen zullen voor nieuwe maatschappen in werking treden op 1 november 2018.
Echter, voor de bestaande burgerlijke maatschappen geldt een uitstel. Zij krijgen nog tot eind april 2019 de tijd om zich in te schrijven in de KBO en dienen pas te voldoen aan de boekhoudverplichting vanaf het eerste boekjaar dat aanvangt vanaf 1 mei 2019. Concreet zal dit bij een burgerlijke maatschap met een boekjaar dat per kalenderjaar loopt, een boekhouding betreffen over het boekjaar 2020. Voor bestaande maatschappen dienen dus de nodige voorbereidingen te worden getroffen. Volstaat de op heden gevoerde boekhouding? Kan de huidige administratie en rapportering worden aangepast om in de toekomst vlot te kunnen aligneren aan de nieuwe boekhoudplicht?
UBO-verplichting
De recent ingevoerde verplichting tot melding van de uiteindelijk begunstigden in het UBO-register geldt voor alle vennootschappen waaronder ook de burgerlijke maatschappen.
De deadline hiervoor is momenteel vastgelegd op 31 maart 2019.
Het platform waarop deze meldingen dienen te gebeuren is momenteel nog niet operationeel, volgens de laatste berichten van de FOD Financiën zou dit in de loop van november toegankelijk worden. De meldingen gebeuren door de zaakvoerders die hiervoor een volmacht kunnen geven aan hun adviseurs waaronder VGD.