Over supersnelle fietsen & fiscale harmonisatie... en fietsherstellingen & btw...

De Ministerraad heeft recentelijk beslist dat snelle elektrische fietsen voortaan fiscaal gelijkgesteld worden met gewone fietsen. Daardoor zou de fietsvergoeding van 0,23 euro per kilometer voor woon-werkverkeer vanaf begin dit jaar ook van toepassing zijn voor gebruikers van de zogenaamde "speed pedelecs".  Zonder al te technisch te worden, "speed pedelecs" zijn fietsen die een snelheid tot 45 kilometer per uur kunnen halen.

Dit in tegenstelling tot "klassieke" elektrische fietsen met een maximale snelheid van 25 kilometer per uur. Binnen de wegcode vallen de snelle elektrische fietsen in de categorie van bromfietsen. En dus hebben de gebruikers van speed pedelecs geen recht op dezelfde belastingvoordelen als "gewone" fietsers.  Met de aangekondigde wetswijziging zou de fietsvergoeding van 0,23 euro per kilometer voor woon-werkverkeer worden uitgebreid naar gebruikers van alle types elektrische fietsen. Op deze manier wenst de Minister van Financiën het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer om evidente redenen aan te moedigen. 

 De fiscale gelijkstelling zou retroactief ingaan op 1 januari 2017. Het wetsontwerp dient echter nog goedgekeurd te worden. Het is dus nog even wachten op de finale teksten voordat deze regeling ook effectief van kracht gaat.  Om misverstanden te vermijden : voor de gewone fietsen, met name waar de gebruiker zelf het volle wattage produceert en zich niet bezondigt aan "mechanische doping"... wijzigt helemaal niets. Hier blijven de bestaande regels van kracht.   

Jammer voor de Sagans, Van Avermaets, Valverdes en Quintana's onder ons… Wedstrijdkilometers (al dan niet afgelegd met mechanische hulpmiddelen) komen niet in aanmerking voor woon-werkverkeer vergoeding.

En wat met pech onderweg?

Fietsherstellingen zijn onderworpen aan het verlaagde tarief.  Als een herstelling het gebruik van benodigdheden en onderdelen vergt, is het btw-tarief van 6 % van toepassing op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte benodigdheden kleiner is dan de helft van de totale prijs die gevraagd wordt aan de klant.   

In de praktijk blijkt echter dat deze regeling voor discussie vatbaar en moeilijk controleerbaar is. Om deze reden heeft de Minister van Financiën beslist om de regeling aan te passen. Vanaf heden moet voor de toepassing van het btw-tarief altijd een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds de werkuren en anderzijds de materialen.  

 Voortaan dient de prijs dus opgesplitst te worden:

• op de werkuren (= het arbeidsloon, met inbegrip van de gebruikte benodigdheden, zoals lijm, smeerolie, e.d.) is voortaan het btw-tarief van 6% van toepassing. 
• op de materialen of onderdelen moet 21% btw gerekend worden.  Indien de opsplitsing niet gebeurt, valt alles onder het normale tarief.

Er werd eveneens bepaald dat de herstellingen aan elektrische fietsen en speed pedelecs voortaan ook van het verlaagd btw-tarief kunnen genieten.

 Merk op dat het verlaagde tarief enkel toepassing kan vinden voor het herstellen of onderhouden van fietsen.  Het verbeteren van een fiets (bijvoorbeeld plaatsen van versnellingen op een fiets die daar nog niet mee uitgerust was) is géén herstelling en bijgevolg wel degelijk onderworpen aan het normale btw-tarief van 21 % De nieuwe regels over fietsherstellingen treden in werking op 1 juli 2017.