Esthetische ingrepen en behandelingen: wat zijn de mogelijke BTW-gevolgen voor u?

In een administratieve beslissing verduidelijkt de btw-administratie haar standpunt en de daaraan verbonden verplichtingen (Beslissing nr. ET 127.740, dd 22 maart 2016).

Zo worden aan BTW onderworpen, de ingrepen en behandelingen met een esthetisch karakter die:

a)     niet voorkomen in de RIZIV-nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, OF

b)    wel voorkomen in de RIZIV-nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, maar die niet beantwoorden aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor tegemoetkoming (terugbetaling) overeenkomstig de reglementering betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Worden eveneens onderworpen aan btw, de ziekenhuisverpleging en de medische verzorging, alsmede de diensten en de leveringen die daarmee nauw samenhangen, die betrekking hebben op voormelde ingrepen en behandelingen.

De artsen, geneesheren-specialisten, zelfstandige verplegers, ziekenhuizen etc, die bedoelde ingrepen, behandelingen en verzorgingen met een esthetisch karakter verrichten, zijn voortaan btw-plichtig.  Ter vereenvoudiging is er, naast de normale regeling, voorzien in 3 facultatieve bijzondere regelingen:

a)     ontheffing van de verplichting tot indiening van periodieke aangiften;

b)    bijzondere wijze van betalen;

c)     vrijstellingsregeling kleine ondernemingen;

Ongeacht welk regime men kiest, de bedoelde artsen, geneesheren-specialisten, zelfstandige verplegers, ziekenhuizen etc dienen zich steeds voor btw-doeleinden te registreren, en dit middels een formulier 604A of, indien men reeds over een btw-identificatienummer beschikt, dient men zijn btw regime te laten aanpassen, middels een formulier 604B.  Het formulier moest uiterlijk 31 mei 2016 ingediend zijn bij het controlekantoor waaronder men ressorteert. 

Afhankelijk van het gekozen btw-regime zal een arts, het ziekenhuis, de privé kliniek, … voortaan een (gedeeltelijk) recht op aftrek genieten met betrekking tot bovengenoemde handelingen.  Bij wijze van regularisatie kunnen zij hun recht op aftrek van voorbelasting (i.e. historisch recht op aftrek) alsnog uitoefenen:

a)     voor de andere goederen en diensten dan bedrijfsmiddelen, die nog niet werden gebruikt of verbruikt op 01.01.2016;

b)    voor de bedrijfsmiddelen die op 01.01.2016 nog bestaan, voor zover die goederen nog bruikbaar zijn en de herzieningstermijn nog niet is verstreken.

In haar recentste beslissing aanvaardt de btw-administratie, mbt het historisch recht op aftrek, dat de belastingplichtige bij zijn btw-controlekantoor een inventaris indient uiterlijk op 30 september 2016. Het recht op aftrek van de historische btw kan slechts uitgeoefend worden voor zover betreffende inventaris werd ingediend (Beslissing nr. ET 127.740/2, dd 31 mei 2016). 

Verder verduidelijkt deze beslissing dat de prestaties die vanaf 1 januari 2016 principieel aan btw onderworpen zijn (maar ingevolge de overgangsregeling worden vrijgesteld) eveneens recht op aftrek geven en alzo mogen worden meegenomen in de berekening van het algemeen verhoudingsgetal.