De eerste ontwerptekst over de solidariteitsbijdrage of “meerwaardebelasting” werd de afgelopen dagen gedeeld. De uiteindelijke wet zou op 1 januari 2026 in werking treden en zal nog door het parlement besproken en hoogstwaarschijnlijk ook aangepast worden. Benieuwd wat er al in staat? We lijsten de belangrijkste punten voor je op!
Voor wie is de meerwaardebelasting?
Iedereen die onderworpen is aan personenbelasting of rechtspersonenbelasting zou volgens het ontwerp onderhevig zijn aan de meerwaardebelasting. Dit als ze financiële activa overdragen onder bezwarende titel. Financiële activa wordt daarbij ruim gedefinieerd als “financiële instrumenten”: onder andere aandelen, obligaties, ETF’s, crypto-valuta en bepaalde verzekeringsproducten vallen hieronder. Bepaalde financiële activa, zoals groepsverzekeringen, zouden uitgesloten worden.
Concreet zou de meerwaardebelasting dus betaald moeten worden als jij of je vzw/stichting bv. aandelen verkoopt. Deze zou ook moeten betaald worden als jij of je vzw/stichting de fiscale woonplaats naar het buitenland verplaatst. Daarbij wordt een exitheffing gebruikt, die meteen of gespreid betaald kan worden. Ook als de activa overgedragen worden aan een belastingplichtige niet-inwoner, zoals via een schenking, zal deze exitheffing in werking treden.
Wat zijn de tarieven van de meerwaardebelasting?
In de ontwerptekst wordt gewerkt met drie verschillende regimes. Opgelet: je betaalt enkel een belasting op de meerwaarde van de aandelen. Is je aandeel in waarde gedaald sinds je het origineel aankocht, dan zou je dus geen meerwaardebelasting moeten betalen. Daarbij zouden de gerealiseerde minderwaarden in het jaar van realisatie aftrekbaar zullen zijn van de gerealiseerde meerwaarden, maar niet kunnen worden overgedragen.
Algemeen stelsel | 10%
Algemeen zou de meerwaardebelasting 10% bedragen en ingehouden worden aan de bron (door de tussenpersoon). Dankzij een voetvrijstelling zou de eerste €10 000 onbelast blijven. Het onbenutte gedeelte van die €10 000 zou je één jaar kunnen overdragen. De voetvrijstelling moet je terugvragen bij je jaarlijkse belastingaangifte en moet je dus als het ware voorfinancieren.
Als de aandelen meer dan 10 jaar ononderbroken in je bezit (of dat van je vzw/stichting) zijn, dan zouden de meerwaarden daarop onbelast blijven.
Aanmerkelijk belang | Getrapt stelsel
Heb je minstens 20% van de aandelen van een bedrijf in handen? Dan spreken we van een aanmerkelijk belang. In dat geval zou de meerwaardebelasting anders werken. Enerzijds zou er een voorzien jaarlijkse voetvrijstelling van 1 miljoen euro en anderzijds van een getrapt taxatiestelsel. Omdat aandeelhouderschap durft te schommelen, is het aanmerkelijk belang ruim gedefinieerd. Om gebruik te kunnen maken van dit stelsel moet je op enig tijdstip in de loop van tien jaar vóór de overdracht, alleen of samen met je echtgenoot afstammelingen, ascendenten (ouders, grootouders, …), zijverwanten tot en met de vierde graad en die van je echtgenoot, rechtstreeks of onrechtstreeks minstens 20% gehad hebben van de aandelen of winstbewijzen in de vennootschap.
Getrapte tarieven (aanslagjaar 2027, in euro)
0 - 1 000 000 | Vrijgesteld |
1 000 000,01 - 2 500 000,00 | 1,25% |
2 500 000,01 - 5 000 000,00 | 2,25% |
5 000 000,01 - 10 000 000,00 | 5% |
> 10 000 000,00 | 10% |
Interne meerwaarden | 33%
Als je financiële activa overdraagt aan een vennootschap waarover jij zelf of samen met je echtgenoot of afstammelingen, ascendenten, zijverwanten tot en met de tweede graad en die van je echtgenoot rechtstreeks of onrechtstreeks controle uitoefent (cf. artikel 1:14 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen), zou er een meerwaardebelasting aan 33% worden gehoffen. De principes rond de inbreng van aandelen (zijnde de creatie belaste reserve in kapitaal) blijven ongewijzigd.
Worden historische meerwaarden meegerekend?
De historische meerwaarden (i.e. daterende van voor 1 januari 2026) zouden vrijgesteld blijven. Het is dus cruciaal om de waarde van de aandelen op 31 december 2025 te kennen. De bepaling van de waarde op 31 december 2025 kan op verschillende manieren. Is de waarde op die datum lager dan toen je het financieel actief aankocht, dan mag je de hoogste van de twee gebruiken om de meerwaarde te berekenen.
Beursgenoteerde financiële activa
De slotkoers op 31 december 2025 mag gebruikt worden.
Niet-beursgenoteerde financiëleactiva
Je mag de hoogste van onderstaande waardes gebruiken:
- De waarde zoals gehanteerd gedurende 2025 bij een overdracht onder bezwarende titel tussen derde partijen, bij oprichting of bij kapitaalverhoging;
- De waarde die voortvloeit uit een reeds gebruikte waarderingsformule uit een contract of contractueel aanbod van verkoopoptie (in werking op 1 januari 2026);
- Het eigen vermogen verhoogd met een bedrag van 4x de EBITDA (cf. bepaling in de wet) van het laatste afgesloten boekjaar vóór 1 januari 2026.
Heb je liever een precieze waardering? Dan kan je in plaats van de laatste methode ook een waardering laten uitvoeren door een bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant die uiterlijk op 31 december 2026 moet worden uitgevoerd. Nood aan een partner die de waarde van je onderneming correct bepaald? Aarzel niet om contact op te nemen met onze experten.
Aandelenopties en aandelen 'in the money'
Voor aandelen of gelijkgestelde instrumenten die verkregen zijn binnen het kader van de Aandelenoptiewet van 26 maart 1999 zou de aanschaffingswaarde van het aandeel worden bepaald aan de hand van de waarde op het moment van de uitoefening van de optie.
Daarnaast bedraagt de aanschaffingswaarde van de aandelen (of met aandelen gelijkgestelde instrumenten die werden ontvangen met prijsreductie onder de Aandelenoptiewet of anderszins) de waarde van het aandeel of het met aandelen gelijkgestelde instrument op het moment van verwerving.
Wat moet er gebeuren aan de meerwaardebelasting?
De ontwerptekst die momenteel circuleert en door de studiediensten van de verschillende politieke partijen uitvoerig wordt bestudeerd, zal de komende weken/maanden het voorwerp uitmaken van politieke debatten. Naar alle verwachting zal de huidige ontwerptekst dan ook nog op diverse vlakken bijgeschaafd worden, voor ons parlement een meerderheid vindt. Daarnaast uitte de inspectie Financiën haar bezorgdheden al over de verwachte opbrengsten (i.e. 500m EUR vanaf 2029) en rijzen er diverse vragen over de juridische haalbaarheid van bepaalde aspecten van het ontwerp. Er moeten dus nog heel wat hordes worden genomen, voor we bij een finale wetgeving komen.
Wij houden de verdere evoluties ondertussen nauwgezet in de gaten. Wil je de nieuwste ontwikkelingen vers van de pers? Volg ons dan op LinkedIn of schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Heb je in de tussentijd nog vragen, neem dan gerust contact op met onze Tax-experten.