Van zodra er geen zaken meer het voorwerp van BTW-heffing kunnen uitmaken zal de belastingplichtige een aangifte 604C moeten indienen bij het bevoegde controlekantoor. In de praktijk stellen wij vast dat de belastingplichtige vaak pas bij het vervullen van deze formaliteit tot het besef komt dat hij nog over een BTW-tegoed beschikt.
Van zodra de belastingplichtige de aangifte 604C indient en hij beschikt over een BTW-tegoed dan zal het bedrag van zijn RC overgeboekt worden naar een bijzondere BTW-rekening (en komt men dus in deze bijzondere teruggaafprocedure terecht). Het BTW-bedrag zal pas effectief worden terugbetaald na een stopzettingscontrole. In het geval van stopzetting is er geen wettelijke termijn bepaald voor deze stopzettingscontroles en er bestaan geen specifieke voorschriften aangaande deze termijn. In de praktijk stellen wij vast dat het soms jaren op zich laat wachten alvorens er een controle is en men effectief zijn geld terugkrijgt.
Het is daarom raadzaam om het BTW-tegoed terug te vragen alvorens men de aangifte 604C indient. Desgevallend zijn de regels van de normale teruggaafprocedure van toepassing (en niet deze van de bijzondere teruggaafprocedure).
Gelieve evenwel op te merken dat de aangifte 604C binnen een termijn van één maand na stopzetting dient te worden ingediend. Een laattijdige indiening zal aanleiding geven tot een BTW boete.
Het is dus aan de accountant om zijn klant pro-actief te informeren om het BTW-tegoed tijdig terug te vragen.