Nieuwe regel inzake interestaftrekbeperking: nieuwe mogelijkheden voor Belgische groepen!
Sinds 1 januari 2019 is er in België een nieuwe regeling inzake interestaftrekbeperking voor vennootschappen. De maatregel houdt in dat de netto interestlasten ( het verschil tussen de betaalde interestkosten en de ontvangen interestinkomsten) niet aftrekbaar zijn boven 3 miljoen euro ofwel 30% van de fiscale EBITDA.
Deze nieuwe regeling is er specifiek op gericht om internationale winstverschuivingen aan te pakken en viseert dus niet de interestlasten die Belgische vennootschappen betalen aan andere Belgische groepsvennootschappen. Daarenboven beperkt de nieuwe regeling zich niet alleen tot intra-groepsinteresten, maar ook interesten betaald (of ontvangen) van derden zoals kredietinstellingen.
De ‘oude’ 5/1-thin cap-regel blijft evenwel behouden voor interesten betaald of toegekend aan belastingparadijzen en voor leningen afgesloten vóór 17 juni 2016. Volgens deze onderkapitalisatieregel zijn interesten betaald of toegekend aan vennootschappen gevestigd in belastingparadijzen of aan verbonden vennootschappen niet aftrekbaar zolang het totaal van de onderliggende leningen hoger is dan 5 keer de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbaar tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde ervan.
Het feit dat de nieuwe regel niet geldt voor Belgische interestlasten/-inkomsten betaald/ontvangen van andere Belgische groepsvennootschappen biedt opportuniteiten voor Belgische groepen die geconfronteerd worden met de 5/1-regel. Indien zij hun bestaande leningsovereenkomsten daterend van vóór 17 juni 2016 ‘fundamenteel’ wijzigen, kunnen zij onder de nieuwe regeling vallen en hier dus voordeel uithalen.
Wat moet verstaan worden onder ‘fundamenteel’, blijft voorlopig nog enigszins onduidelijk. Maar de Belgische regering heeft intussen reeds te kennen gegeven dat een wijziging van de contractspartijen, de rentevoet of de looptijd van de leningsovereenkomst kunnen beschouwd worden als voldoende belangrijk. Let op! Ook een herfinanciering kan beschouwd worden als fundamenteel.