De intrestlasten die gepaard gaan met de overnamefinanciering, worden in dat geval gedragen door het overnamevehikel, als fiscaal aftrekbare kost. Veelal beschikt het overnamevehikel echter niet over voldoende belastbare materie waar tegenover de intresten kunnen afgezet worden.
Om hier het hoofd aan te bieden, wordt vaak getracht om de intrestlasten naar de onderliggende exploitatievennootschap te verplaatsten met een zogenaamde debt push down. Hierbij gaat de onderliggende exploitatievennootschap externe financiering aan, waarmee vervolgens een dividenduitkering of kapitaalvermindering wordt uitgevoerd.
Het overnamevehikel wendt de ontvangen gelden vervolgens aan om de overnamefinanciering af te lossen. Zo worden de intrestlasten verplaatst naar de onderliggende exploitatievennootschap, waardoor er voldoende belastbare materie aanwezig is om de intrestlasten tegenover af te zetten.
Dergelijke verrichtingen kunnen evenwel tot discussies leiden met de fiscus. Zo kunnen de aftrekbaarheid van de intresten hierbij betwist worden. Recent nog oordeelde het Hof van Beroep te Gent nog dat intresten ter financiering van een superdividend niet aftrekbaar zijn.
Teneinde dergelijke discussies te vermijden, kan het aangewezen zijn om het overnamevehikel een volwaardige activiteit te geven. Dit kan bewerkstelligd worden door de uitoefening van een bestuurdersmandaat, hetgeen recht geeft op bestuurdersvergoedingen, of door bepaalde overkoepelende activiteiten, zoals o.a. administratie, quality control of boekhouding te laten uitvoeren door het overnamevehikel.
De personeelskost van de medewerkers die deze activiteiten uitvoeren, worden gedragen door het overnamevehikel, dewelke op haar beurt de geleverde prestaties doorrekent aan de onderliggende vennootschap(pen) met een winstmarge. Op die manier wordt dus belastbare materie gecreëerd op niveau van het overnamevehikel, waartegenover de intrestlasten kunnen afgezet worden.
De activering van uw overnamevehikel zorgt dus voor een optimalisatie van de geconsolideerde belastbare positie met minder risico op discussies met de fiscus. Bovendien leidt de activering van de holding er eveneens toe dat de BTW op acquisitiekosten kan afgetrokken worden.