Wanneer je via jouw Belgische vennootschap hebt geïnvesteerd in een buitenlands onroerend goed, dan kan je in principe de verliezen verbonden aan dit onroerend goed fiscaal in aftrek nemen van de belastbare winsten van je Belgische vennootschap. Dit op voorwaarde dat deze verliezen niet reeds in het buitenland werden verrekend.
Vanaf aanslagjaar 2021 (belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020) zal het daarentegen principieel niet meer mogelijk zijn om dergelijke buitenlandse verliezen aan te zuiveren op Belgische winsten. Zelfs niet indien blijkt dat deze verliezen in het buitenland niet verrekend kunnen worden!
Enkel ‘definitieve beroepsverliezen’ geleden binnen een lidstaat van de Europees Economische Ruimte zullen nog aftrekbaar zijn. Dergelijk verlies is definitief indien de vennootschap niet langer het onroerend goed in het buitenland aanhoudt en je jouw activiteiten aldaar stopt zonder de mogelijkheid de verliezen aldaar nog te kunnen verrekenen. Het toepassingsgebied van deze nieuwe regeling is evenwel beperkt tot onroerend goed gelegen in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten.
Wanneer er nog belangrijke onderhoudswerken aan het buitenlands onroerend goed op stapel staan en deze een verlies zouden veroorzaken, dan heb je er wellicht belang bij deze nog in 2019 te laten uitvoeren. Het verlies kan dan nog verrekend worden in 2019 met je Belgische winst.
Bovendien is het van belang dat de opbouw van buitenlandse verliezen vanaf 2020 voldoende gedocumenteerd is. Dit laatste is zeker van belang indien het onroerend goed gelegen is in jurisdicties die niet voorzien in de mogelijkheid om verliezen te verrekenen.