Vrije toegang
In grote lijnen: de discussie over het visitatierecht draait rond het feit wat de vrije toegang van fiscale ambtenaren (directe belastingen) tot de beroepslokalen van de belastingplichtige dan wel precies inhoudt. Ook tot de privéwoning hebben ze overigens toegang, op voorwaarde dat ze daartoe, onder andere, machtiging van de politierechter verkrijgen.
Fiscale ambtenaren hebben het visitatierecht toebedeeld gekregen om de boeken en stukken te onderzoeken, die zich in de beroepslokalen van de belastingplichtige bevinden. Op het vlak van de BTW bestaat een gelijkaardige regeling.
Privéleven van de belastingplichtige
De afweging tussen het fiscale visitatierecht en het respect voor het privéleven van de belastingplichtige, is zoals dansen op een slappe koord. De vraag dringt zich natuurlijk op of de fiscus actief kasten en computers mag doorzoeken.
De materie lag in een concreet geval in de Gentse regio blijkbaar zo gevoelig, dat het betrokken rechtscollege die vraag aan het Grondwettelijk Hof richtte. In dit specifieke geval wordt een prejudiciële vraag gesteld om na te gaan of een al te actieve invulling van het visitatierecht geen inbreuk vormt op zowel de Belgische Grondwet als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Besluit
Het kan alleen maar worden toegejuicht dat een hoger rechtscollege zich over deze materie zal uitspreken. Hopelijk wordt er nu eens en voor altijd duidelijkheid geschept, zodat niet alleen de belastingplichtigen, maar ook de fiscale ambtenaren weten in hoeverre het visitatierecht actief mag uitgeoefend worden.