De Minister van Financiën heeft recentelijk via Koninklijk Besluit de regels omtrent het forfaitaire voordeel van alle aard voor het kosteloos verstrekken van elektriciteit en/of verwarming gewijzigd en dit met ingang vanaf 1 januari 2022.
Concreet wordt het toepassingsgebied beperkt door het toevoegen van een extra voorwaarde. De forfaitaire raming van het voordeel zal namelijk enkel nog genoten kunnen worden als er naast de terbeschikkingstelling van elektriciteit en/of verwarming ook sprake is van een terbeschikkingstelling van het onroerende goed. Als niet wordt voldaan aan deze voorwaarde val je vanaf 1 januari 2022 terug op de waardering van het voordeel tegen werkelijke waarde.
Voordeel forfaitaire waardering
Teneinde loonpakketten competitief te houden wordt er vaak gekeken naar alternatieve vormen van verloning (veelal in natura). Verschillende van deze voordelen in natura (o.a. gsm, internet, personenwagens, etc.) worden belast op forfaitaire basis. Dit zorgt niet enkel voor administratieve eenvoud, maar dit is ook fiscaal voordeling, met name indien het effectieve voordeel groter is dan het forfaitair bedrag waarop de werknemer belast wordt. Hetzelfde principe gold voor het voordeel van alle aard voor het kosteloos verstrekken van verwarming en/of elektriciteit.
Beperking forfaitaire waardering – elektriciteit / verwarming
Vanaf 1 januari 2022 wordt de forfaitaire waardering van het voordeel alle aard voor het kosteloos verstrekken van verwarming en/of elektriciteit beperkt tot de gevallen waarbij kosteloos verwarming en/of elektriciteit wordt verstrekt samen met het kosteloos ter beschikking stellen van een onroerend goed. Met andere woorden: een voordeel alle aard voor het kosteloos verstrekken van verwarming en/of elektriciteit wordt enkel forfaitair gewaardeerd als de werkgever eveneens het onroerend goed kosteloos ter beschikking stelt. Volgende forfaitaire bedragen dienen te worden weerhouden voor inkomstenjaar 2022 – aanslagjaar 2023.
Voordeel alle aard - elektriciteit:
- Leidinggevend personeel en bedrijfsleiders: 1.060,00 EUR
- Gewone werknemers: 480,00 EUR
Voordeel alle aard - verwarming:
- Leidinggevend personeel en bedrijfsleiders: 2.130,00 EUR
- Gewone werknemers: 960,00 EUR
Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, zal het voordeel alle aard voor het kosteloos verstrekken van verwarming en/of elektriciteit gewaardeerd worden aan de werkelijke waarde (en dus in functie van de reële elektriciteit/verwarmingskost). In de praktijk zal dit dus betekenen dat werknemers quasi steeds uit de boot zullen vallen, en het forfaitair voordeel vermoedelijk enkel nog zal weggelegd zijn voor bedrijfsleiders van wie de woning ter beschikking wordt gesteld door zijn/haar vennootschap.
Gelijkheidsbeginsel geschonden?
Door toevoeging van deze nieuwe voorwaarde wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen belastingplichtigen die eveneens kunnen beschikken over een onroerende goed en degene die niet kunnen genieten van een onroerend goed. De vraag kan dan ook gesteld worden of dit onderscheid voor een rechter stand kan houden. De Raad van State heeft alvast haar twijfels omtrent het onderscheid en gaf dan ook een advies waarin een voorbehoud werd opgenomen met betrekking tot dit onderscheid. Wordt mogelijks dus nog vervolgd..
Mocht je hieromtrent of over andere manieren van alternatieve verloning vragen hebben, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze tax-collega’s.