Bepaalde kleine vennootschappen met een gebroken boekjaar waren benadeeld door hun belaste reserves van aanslagjaar 2012, omdat zij uit de boot vielen zowel voor het regime van de interne liquidatie als de bijzondere liquidatiereserve. In haar arrest van 16 februari 2017 beslist het Grondwettelijk Hof dat deze vennootschappen voor die reserves alsnog een bijzondere liquidatiereserve mogen aanleggen.
Voorbeeld
Een kleine vennootschap heeft een boekjaar, dat afsluit op 30 december. Op 31 maart 2013 was de jaarrekening over het boekjaar, dat afsluit op 30 december 2012 (met name aanslagjaar 2012), nog niet goedgekeurd, waardoor de reserves van het aanslagjaar 2012 buiten het toepassingsgebied van de interne liquidatie vielen.
Deze vennootschap kwam ook niet in aanmerking voor de bijzondere liquidatiereserve, aangezien haar boekjaar afsloot op 30 december 2012, waardoor het verbonden is aan het aanslagjaar 2012, terwijl de bijzondere liquidatiereserve enkel van toepassing was voor reserves aangelegd voor de aanslagjaren 2013 en 2014. Kleine vennootschappen, die hun boekhouding in de laatste maanden van 2012 (t.e.m. 30 december 2012) afsloten, vielen dus veelal tussen wal en schip. Daar maakt het Grondwettelijk Hof nu een einde aan.
Bezwaar indienen
Dit vernietigingsarrest opent een bijzondere bezwaartermijn van 6 maanden, die start vanaf de datum van de bekendmaking van het arrest in het Belgisch Staatsblad, met name 3 maart 2017. Dit betekent concreet dat, dankzij dit arrest, benadeelde vennootschappen alsnog een 'bezwaarschrift' zouden kunnen indienen tot 3 september 2017 tegen de aanslag die voor het aanslagjaar 2012 gevestigd is. Aldus kunnen ze alsnog het voordeel van de bijzondere liquidatiereserve claimen.
Voorwaarden om bezwaar in te dienen
De vennootschap zal wel moeten aantonen dat zij voor aanslagjaar 2012 als ‘klein’ kwalificeerde en dat zij met de winst van dat aanslagjaar niet aan het stelsel van de 'interne liquidatie' heeft kunnen deelnemen, omdat de betreffende reserves, gelet op de datum van de algemene vergadering, nog niet op 31 maart 2013 door die vergadering konden worden goedgekeurd. De vennootschap zal dan ook de 10% heffing moeten storten, opdat die reserves als “liquidatiereserves” kunnen worden beschouwd.
Hoe zal deze regeling er in de praktijk uitzien?
Hoe dit alles praktisch zal worden geregeld is op dit moment nog onduidelijk. Wij hopen dat de administratie snel praktische richtlijnen verstrekt wat de manier van aanleggen betreft van een bijzondere liquidatiereserve en de bijhorende betaling van de anticipatieve heffing.