De nieuwe taks op effectenrekeningen: wat moet je weten?
De nieuwe taks op effectenrekeningen is in voege sinds 10 maart 2018 en wordt in de wet als volgt omschreven: De natuurlijke persoon die tijdens de referentieperiode titularis is van één of meerdere effectenrekeningen in België of in het buitenland, is over zijn aandeel in de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten op die rekeningen onderworpen aan een taks van 0,15%. De taks is evenwel niet verschuldigd indien het aandeel van de titularis in de in het eerste lid bedoelde gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten op die rekeningen minder bedraagt dan 500 000 euro. Dit wetsartikel vraagt natuurlijk enige duiding!
Voor wie?
Deze nieuwe taks is enkel van toepassing op natuurlijke personen, ongeacht of je of deze effecten in volle eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik aanhoudt.
Als de eigendom gesplitst is in blote eigendom en vruchtgebruik zullen zowel de vruchtgebruiker als de blote eigenaar de effectentaks verschuldigd zijn. De verdeling van de belastbare basis zal in principe proportioneel gebeuren.
Een voorbeeld: je (62 jaar) hebt enkele jaren geleden jouw effectenportefeuille van 1,2 miljoen EUR aan jouw zoon geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik. Zowel jij als je zoon zijn effectentaks verschuldigd op telkens de helft (600.000 x 0.15% = 900 euro elk). De waarde van het vruchtgebruik heeft volgens de officiële sterftetabellen slechts een waarde van 20,68% van de volle eigendom waardoor je in feite geen effectentaks verschuldigd bent. Je kan dan teruggave vorderen van de taks. Het spreekt voor zich dat de overheid geen cadeaus geeft. De basis voor jouw zoon zal dan groter worden. In casu zal je geen taks verschuldigd zijn, jouw deel is immers kleiner dan 500.000 (1.200.000 x 20.68% = 248.160). Jouw zoon zal echter belast worden op 951.840 (1.200.000 x (100%-20.68%)) en dus meer betalen.
Op welke effecten?
De effectentaks is verschuldigd op volgende financiële instrumenten:
- al dan niet beurgenoteerde aandelen, obligaties, deelnemingen in gemeenschappelijke beleggingsfondsen of aandelen in beleggingsvennootschappen;
- kasbons;
- warrants.
Aandelen of obligaties op naam zijn niet onderhevig aan de effectentaks. Dit is evenmin het geval voor fondsen waarin belegd wordt via een levensverzekering of pensioensparen.
Hoe wordt dit berekend?
De taks voor een bepaalde periode (= referentieperiode) wordt geheven op de gemiddelde waarde van jouw effectenrekeningen. De gemiddelde waarde wordt bekomen door een foto te nemen op referentietijdstippen (principieel 31/12, 31/03, 30/06 en 30/09) en de som van deze foto’s te delen door het aantal referentietijdstippen. Deze oefening wordt gedaan per bank, per effectenrekening en per titularis.
Onze vermogensplanners kunnen u zeker helpen met deze berekening!
Hoe wordt dit aangegeven & betaald?
Voor de Belgische effectenrekening is het vrij eenvoudig:
- Is het gemiddelde bedrag gedurende een referentieperiode hoger dan 500.000 euro dan wordt de taks automatisch ingehouden.
- Is het gemiddelde bedrag lager en heb je geen andere effectenrekeningen dan ben je geen effectentaks verschuldigd.
- Is het gemiddelde bedrag lager doch rekening houdend met de bedragen op effectenrekeningen bij andere banken globaal gezien hoger dan 500.000 euro dan heb je een keuze; je geeft jouw instelling de opdracht de taks toch in te houden of je doet de aangifte en betaling volledig zelf.
Bv. je hebt 3 rekeningen van elk 200.000 euro bij 3 verschillende banken. Individueel overschrijd je dan bij geen enkele bank de drempel van 500.000 euro. Samengeteld echter wel (3 x 200.000 = 600.000) en ben je dus de effectentaks verschuldigd over de totale som van 600.000 euro.
Voor jouw buitenlandse effectenrekeningen dien je zelf navraag te doen bij jouw buitenlandse tussenpersoon. Indien jouw buitenlandse tussenpersoon de taks en de formaliteiten niet voldoet, sta je zelf in voor de aangifte, berekening en betaling van de taks! Zoals blijkt uit bovenstaande procedure en regeltjes is dit geen sinecure.