Onttrekking van vastgoed, verworven onder Btw-stelsel, uit de vennootschap kan zonder betaling verkooprecht
In het huidige fiscale klimaat rijst bij vele ondernemers de vraag naar hoe er best wordt gehandeld om vastgoed uit hun vennootschap te halen en dit in persoonlijke naam te verwerven. Voor zo’n onttrekking van vastgoed zijn er verschillende mogelijkheden, zoals verkoop of inbetalinggeving. Om het onroerend goed in persoonlijke naam te verwerven kan ook worden overgegaan tot kapitaalvermindering in natura.
Inzake registratierechten geeft deze onttrekking van een onroerend goed uit de vennootschap door de vennoten/aandeelhouders in principe aanleiding tot het heffen van het voor verkopingen gesteld recht (in Vlaams gewest 10% - in Brussels of Waals gewest 12,5% ).
Enkel voor personenvennootschappen, zoals een VOF of een BVBA, bestaan er drie wettelijke uitzonderingen op deze regel, waardoor het verdelingsrecht (in Vlaams gewest 2.5% - in Brussels of Waals gewest 1% ) ofwel het algemeen vast recht (50 euro) verschuldigd kan zijn.
Eén van die wettelijke uitzonderingen betreft de onroerende goederen die door de vennootschap met betaling van het voor de verkopingen bepaald registratierecht werden verkregen terwijl de verkrijgende vennoot reeds vennoot was op het ogenblik dat de vennootschap het onroerend goed verkreeg.
De vraag rees of deze uitzondering ook van toepassing is op de situatie waarbij de oorspronkelijke verkrijging van het gebouw én de grond door de vennootschap mét betaling van BTW is gebeurd.
Dit kan zich immers voordoen bij verkoop door een persoon van “nieuwe gebouwen”, d.w.z. tot het einde van het tweede jaar na het jaar waarin het gebouw in gebruik is genomen, en de bijhorende terreinen. Moet het verkooprecht op zo’n onttrekking worden toegepast of niet?
Recent heeft de Minister hierop geantwoord dat de vrijstellingsregeling inderdaad van toepassing is. Het is dus mogelijk om een gebouw en grond te onttrekken aan de vennootschap met vrijstelling van het registratierecht bepaald voor verkopingen, zelfs indien de vennootschap enkel de BTW en dus géén registratierechten heeft voldaan op de grond en het gebouw bij de verwerving ervan.