Di Rupo I heeft de vrijstellingsregels voor meerwaarden op aandelen - voor wat betreft vennootschapsbelasting - aanzienlijk gewijzigd!
Meerwaarden gerealiseerd op aandelen zijn enkel nog vrijgesteld (*) van belasting als, naast de taxatie voorwaarde, de aandelen gedurende een ononderbroken periode van één jaar in volle eigendom worden aangehouden. Indien aan de minimale houdperiode van één jaar niet is voldaan, worden de "netto" meerwaarden onderworpen aan een afzonderlijke taxatie van 25,75%. Op deze meerwaarden mogen fiscale aftrekken, zoals overgedragen verliezen, notionele interestaftrek, investeringsaftrek, ... toegepast worden.
Nu, vanuit fiscaal oogpunt gezien is het aanwenden van deze aftrekken evenwel niet altijd interessant. Immers, er worden fiscale aftrekken benut die in principe aangewend kunnen worden om belastbare winst (onderworpen aan het gewone tarief van 33,99%) te neutraliseren....
In dat opzicht kan het aangewezen zijn om alsnog de afzonderlijke taxatie van 25,75% op de meerwaarden op aandelen te ondergaan. En in hetzelfde belastbare tijdperk andere belastbare winst te creëren door - afhankelijk van de feitelijke omstandigheden - bv. belastingvrije reserves aan te tasten, waardeverminderingen op handelsvorderingen of aangelegde voorzieningen niet op de staat 204.3 te vermelden,... waarmee de fiscale aftrekken kunnen gecompenseerd worden... Op deze bestanddelen kan dan in latere belastbare tijdperken de 33,99% vermeden worden.
(*) Voor niet-KMO's zal ook na een ononderbroken houdperiode van één jaar toch nog steeds 0,412% meerwaardebelasting verschuldigd zijn.