De handelaars in de Frans-Belgische grensstreek bijvoorbeeld kunnen rond dit tweede fenomeen alvast boekdelen vol schrijven. Hoewel angst altijd een slechte raadgever is, is voorziend zijn dat allerminst. In die optiek zijn er steeds meer bedrijven (zowel productie als distributie) die hun faciliteiten beter proberen te beschermen.
De Wetgever is niet blind voor deze terechte bezorgdheid en probeert via fiscale weg zijn duit in het zakje te doen. Voor natuurlijke personen en KMO-vennootschappen voorziet de wetgever in een verhoogde investeringsaftrek voor beveiliging van beroepslokalen.
Afhankelijk van het jaar van investering komt de investeringsaftrek ergens te schommelen rond 20% van de investering. De kwalificerende investeringen zijn een heel stuk ruimer dan wat gemeenzaam wordt aangenomen. Voor de hand liggende voorbeelden zijn inbraakwerende elementen (deuren, ramen…), vluchtremmende elementen (deuren, ramen...), maar ook zaken die de hoeveelheid cash geld in uw zaak kunnen reduceren.
Zonder het nieuwe jaar te willen ingaan met een paranoia-gevoel, is het toch raadzaam even uw “beveiligingsuitgaven” van afgelopen boekjaar tegen het licht te houden. Het ware zonde om aan deze fiscale tegemoetkoming voorbij te gaan. In zover als nodig nog even wijzen op de evidentie van het systeem, d.i. investeringsaftrek. Uitgaven die als kost worden aangemerkt en niet als investering vallen logischerwijze uit de boot. Bij de afweging tussen beiden is de investeringsaftrek dus ook een element om bij stil te staan.
Neem gerust uw VGD-consulent onder de arm om alle concrete zaken nader te bekijken.