Recent werd aan de Rulingcommissie een concrete casus voorgelegd: een dochtervennootschap heeft (vrijwillig) een meerwaarde verwezenlijkt welke zij gespreid wil laten belasten. Van de Rulingcommissie wil zij vernemen of een belaste inbreng in natura van de volle eigendom van een aantal gebouwen door haar moedervennootschap als een geldige herbelegging in aanmerking komt. Een belaste inbreng komt er eigenlijk op neer dat de overdracht tussen inbrengende en inbrengontvangende vennootschap aan marktwaarde gebeurt, d.i. met afrekening van eventuele latente meer- of minderwaarden. De Rulingcommissie antwoordt bevestigend onder verwijzing naar het antwoord van de toenmalige Minister van Financiën op een parlementaire vraag van ondertussen meer dan 20 jaar geleden. Aangezien het gaat om een vrijwillig verwezenlijkte meerwaarde en om de herbelegging in een gebouwd onroerend goed, geldt bovendien de verlengde herbeleggingstermijn van vijf jaar.
Merk op dat wat voorafgaat een louter administratieve beslissing is in een concrete casus en dus geen wet of algemeen geldend principe is. Precedentenrecht of precedentenadministratie is iets wat wij, in tegenstelling tot de Angelsaksische traditie, niet kennen. Niettemin kan dit een “leukerd” zijn mocht men binnen een groep van vennootschappen met de herbeleggingsproblematiek worden geconfronteerd. Merk op dat, mocht het geen moeder-dochter transactie zijn, inbrengen ook tot (verboden) kruisparticipaties kunnen leiden zodat ook dit niet-fiscale aspect desgevallend te bekijken is.
Inzake de desbetreffende beslissing verwijzen wij naar : Voorafgaande beslissing nr. 2014.208 van 27 mei 2014