De nieuwe regering voor ondernemers: fiscale aanpassingen

Na maandenlang onderhandelen is de regering-De Wever I officieel gevormd. Zoals de media al lang berichten, verandert er heel wat voor ondernemers. Wat is cruciaal voor jou en wat is ruis? Wat is al zeker en wat moet nog uitgewerkt worden? Onze experten maakten voor jou een selectie uit het regeerakkoord. In dit artikel: het fiscale. 

1. Neem deel aan ons webinar
2. De belangrijkste fiscale hervormingen
3. De solidariteitsbijdrage
4. DBI-aftrek wordt vrijstelling
5. VVPRbis en liquidatiereserve
6. Studenten en flexijobs
7. Auteursrechten
8. Overige maatregelen
9. Vennootschapsbelasting

Neem deel aan ons webinar 

Wil je de vernieuwingen live horen? Of heb je vragen die nog niet beantwoord zijn? Schrijf je dan zeker in voor ons webinar op donderdag 6 februari om 12:00! 

De belangrijkste fiscale hervormingen 

Weinig tijd? We lijsten de belangrijkste veranderingen eerst voor je op. De diverse andere maatregelen worden hieronder opgelijst en aangevuld wanneer deze duidelijker worden.

De solidariteitsbijdrage

Het regeerakkoord introduceert een algemene solidariteitsbijdrage van 10% op ‘toekomstige’ meerwaarden van financiële activa, inclusief crypto-activa. De bijdrage zal enkel gelden voor meerwaarden die worden opgebouwd vanaf de invoering van de maatregel, terwijl historische meerwaarden vrijgesteld blijven. Daarnaast zullen verliezen binnen deze categorie kunnen worden afgetrokken binnen hetzelfde aanslagjaar. 

Een voetvrijstelling van 10.000 EUR wordt voorzien om kleine beleggers te besparen. Ook zal er altijd een vrijstelling van 1 miljoen euro voor meerwaarden op deelnemingen van minstens 20% komen. Daarbij zijn de volgende tarieven van toepassing:

• 1,25% voor meerwaarden tussen 1 miljoen en 2,5 miljoen EUR 

• 2,5% voor meerwaarden tussen 2,5 miljoen en 5 miljoen EUR 

• 5% voor meerwaarden tussen 5 miljoen en 10 miljoen EUR 

• 10% voor meerwaarden vanaf 10 miljoen EUR
   

Hoewel deze basis al vaststaat, zijn veel zaken nog onduidelijk. Zo zou bijvoorbeeld de vrijstelling van 20% altijd ingeroepen kunnen worden, is er de vraag wat er gebeurt met inbreng van aandelen in een vennootschap, enz. Hou dus zeker onze sociale media in de gaten, of schrijf je in voor onze nieuwsbrief, om altijd op de hoogte te zijn van de laatste updates. 

DBI-aftrek wordt vrijstelling 

De DBI-aftrek wordt omgevormd naar een vrijstelling door een verhoging van de begintoestand van de reserves, waarbij de vrijstelling ook zal kunnen worden toegepast op winst die voortkomt uit een groepsbijdrage. De participatievoorwaarde van 10% blijft behouden, maar de drempel van 2,5 miljoen euro wordt verhoogd naar 4 miljoen euro voor en tussen grote ondernemingen.  

De bijkomende voorwaarde voor grote ondernemingen en voor participaties van minstens 4 miljoen EUR wordt heringevoerd. Deze bepaalt dat de deelneming de aard van een financieel vast actief moet hebben.  

VVPRbis en liquidatiereserve 

Het VVPRbis-stelsel en de liquidatiereserve worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. De wachttermijn voor de liquidatiereserve wordt verlaagd van vijf naar drie jaar en het tarief van 5% roerende voorheffing stijgt vanaf 1 januari 2026 naar 6,5%. Het effectieve tarief verhoogt daarom van 13,64% naar 15%, in lijn met het VVPRbis-stelsel. De wachttermijn blijft van kracht, net als het standaardtarief bij uitkeringen binnen de 3 jaar. 

Studenten en flexijobs

Vanuit het doel om flexibeler werken mogelijk te maken, komen er aanpassingen voor studenten en flexijobs. Zo worden het aantal uren studentenarbeid blijvend verhoogd naar 650 uur, net als het maximum jaarinkomen voor flexijobs. Het systeem van flexijobs wordt bovendien mogelijk gemaakt in alle sectoren, met respect voor de regels rond beschermde beroepen. 

Auteursrechten

Softwareontwikkelaars kunnen opnieuw genieten van het voordelige belastingtarief van 15% op auteursrechten, tot een maximumbedrag van €75 360 (voor het inkomstenjaar 2025) met een substantiële forfaitaire kostenaftrek. 

Overige maatregelen

Hieronder vind je een overzicht van diverse minder ingrijpende veranderingen. Deze lijst blijven we aanvullen zodra meer informatie bekend is.

Vennootschapsbelasting

In de vennootschapsbelasting wordt gesleuteld aan volgende zaken: 

• Kmo's krijgen opnieuw de mogelijkheid om degressief af te schrijven en bepaalde investeringen zoals onderzoek en ontwikkeling versneld af te schrijven. 

• De minimum bedrijfsleidersbezoldiging om in aanmerking te komen voor het verlaagd vennootschapsbelastingtarief van 20% op de eerste €100 000 winst wordt verhoogd naar €50 000 en zal worden geïndexeerd. Verder mag de bedrijfsleidersbezoldiging maximaal 20% uit voordelen alle aard bestaan. Deze drempel is er vooral op gericht om situaties te viseren waarbij het bezoldigingspakket opgebouwd is uit diverse voordelen van alle aard en in het bijzonder het voordeel voor de terbeschikkingstelling van een onroerend goed. 

• De overgangsperiode voor hybride wagens met een aftrekpercentage van 75% wordt verlengd tot 2027.  

• De investeringsaftrek wordt onbeperkt en zonder beperkingen in de tijd overdraagbaar. 

• Er komt een kader voor kosten eigen aan de werkgever. 

• De vennootschapsbelasting wordt vereenvoudigd. Er wordt gezocht naar maatregelen om de bepaling van de verworpen uitgaven te versimpelen. Daarnaast wordt de fiscale vrijstelling voor sociaal passief, het PC privé-plan en de vrijstelling voor meerwaarden op bedrijfsvoertuigen afgeschaft.  

• De huurbijlage 270 MLH wordt afgeschaft. 

• Het stelsel van de DBI-bevek blijft bestaan, maar wordt minder aantrekkelijk dankzij bv. een nieuwe heffing van 5% op de meerwaarde bij exit. 

• De emigratie van een rechtspersoon zal fiscaal worden behandeld als een fictieve liquidatie. De technische uitwerking hiervan is voorlopig onduidelijk. 

• Het stelsel dat fiscale consolidatie toelaat tussen diverse vennootschappen binnen één en dezelfde groep wordt toegankelijker door onrechtstreekse participaties ook toe te laten. 

• De transfer pricing-documentatieverplichting wordt vereenvoudigd voor kleine en middelgrote ondernemingen. 

Personenbelasting 

Ook in de personenbelasting verandert veel, met als doel om werken lonender te maken. 

• De belastingvrije som wordt verhoogd. 

• De belastingvrije vergoeding voor expats stijgt naar 35%, het plafond verdwijnt en het minimumloon daalt naar €70 000. 

• Na 45 jaar loopbaan of vanaf de wettelijke pensioenleeftijd wordt bijverdienden lager belast via een bevrijdende heffing van 33%. 

• Het verhoogd pensioensparen wordt geïntegreerd in het klassieke pensioensparen. 

• De bijzondere bijdrage sociale zekerheid daalt en de sociale werkbonus wordt versterkt. 

• De belastingverminderingen en vrijstellingen voor spaardeposito’s worden geharmoniseerd. 

• De beurs- en effectentaksen worden gemoderniseerd en vereenvoudigd. 

• Er komt een verhoging van de belastingvermindering voor kinderoppaskosten specifiek voor werkenden.  

• Er komt een afzonderlijk fiscaal regime voor surplus rendementen, zoals carried interest. 

• De belastingverminderingen voor start-ups en groeibedrijven worden samengevoegd en misbruik wordt aangepakt. 
• De tweede pensioenpijler voor zelfstandigen wordt vereenvoudigd. Het VAPZ-bijdragepercentage stijgt naar 8,5% in 2026.
• Het statuut van zelfstandige in bijberoep wordt hervormd om het meer naar waarde te brengen en misbruik aan te pakken. VAPZ wordt ook toegankelijk voor zelfstandigen in bijberoep vanaf 2026.
• De huwelijksquotiënt wordt tegen 2029 voor niet-gepensioneerden gehalveerd met een uitdoofscenario voor gepensioneerden.
• De federale interestaftrek voor de niet-eigen woning wordt geschrapt.
• De belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen wordt afgeschaft en de belastingvermindering voor de hoogste pensioenen wordt afgebouwd.

• Belastingverminderingen zoals adoptiekosten, rechtsbijstand, huisbediende verdwijnen, belastingaftrek giften dalen van 45% naar 30%, de vrijstelling voor woon-werkverkeer met de auto wordt niet geïndexeerd. 

• De aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen zal dalen van 80% naar 50%, waarbij geen aftrek meer mogelijk zal zijn voor betalingen buiten de EER.

• Er komt een verplichte melding van cryptorekeningen. Buitenlandse financiële gegevens en gokaccounts >10.000 euro worden opgenomen in de CAP-procedure.
• Er komt een nieuwe permanente regeling met tarieven van 30% voor niet-verjaard kapitaal en 45% voor verjaaard kapitaal, behalve bij aantoonbare goede trouw.

Btw

• Antifraudebestrijding middels invoering ‘near real time reporting’ systeem vanaf 2028 voor transacties tussen btw-belastingplichtigen en transacties waarvoor een GKS gebruikt wordt. Hierbij zullen kassa’s en betaal- en facturatiesystemen in verbinding staan met de administratie en geautomatiseerd btw-gegevens doorsturen.

• De witte kassa wordt ingevoerd in de gehele horeca. Daarnaast komt er een uitbreiding naar andere fraudegevoelige sectoren. Er wordt een tolerantie ingebouwd voor kleinschalige activiteiten zodat deze buiten het toepassingsgebied blijven, de drempel van 25.000 EUR wordt behouden maar de berekening ervan zal worden aangepast.

• Er komt een publicatie van een circulaire met regels inzake recht op aftrek van btw geheven van bedrijfsfietsen met een gemengd gebruik.

• Er zal een tijdelijke btw-verlaging naar 6% komen voor de levering en installatie van warmtepompen voor de volgende 5 jaar.

• Het toepassingsgebied van afbraak- en heropbouw wordt uitgebreid en de sociale voorwaarden worden verstrengd(oppervlakte criterium wordt verstrengd van 200m² naar 175m²) bij levering van gebouwen. Er wordt meer duidelijkheid gecreëerd in het onderscheid tussen renovatie en vernieuwbouw.
• Klimaatonvriendelijke producten worden ontmoedigd door het btw tarief te verhogen naar 21% op steenkool en de levering en installatie van verbrandingsketels op fossiele brandstoffen in het kader van renovaties.
• De regeling rond de schenking van handelsgoederen met behoud van recht op aftrek wordt uitgebreid.
• Er komt een afschaffing, vereenvoudiging of bijsturing van diverse administratieve verplichtingen zoals het dagboek van ontvangsten, btw-registers en klantenlisting.

Procedure

• De fiscale onderzoeks- en aanslagtermijnen worden teruggebracht naar een standaardtermijn van 3 jaar en 4 jaar voor complexe en semi-complexe aangiftes, in plaats van de eerdere termijnen van respectievelijk 6 en 10 jaar. Bij vermoedens van fraude wordt de onderzoekstermijn verkort van 10 naar 7 jaar, en naar 8 jaar voor complexe en semi-complexe aangiftes. De fiscale bewaartermijn blijft ongewijzigd op 10 jaar.

• Het sanctiebeleid bij controles wordt versoepeld: bij een eerste fout te goeder trouw volgt enkel een waarschuwing, zonder automatische sanctie. Het aftrekverbod in de vennootschapsbelasting geldt voortaan enkel bij herhaalde overtredingen met een belastingverhoging van minstens 10%, in lijn met de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Daarnaast kan de bijkomende belastbare grondslag enkel worden verrekend met verliezen van hetzelfde boekjaar, niet met overgedragen verliezen.
• De bemiddelingsdienst wordt omgevormd naar een fiscale arbitrage, waarop beroep kan worden gedaan na afloop van de fiscale procedure. Op die manier wordt getracht de druk op justitie te verminderen.
• Het vertrouwensbeginsel en de antigoondoctrine worden wettelijk vastgelegd. Het vertrouwensbeginsel wordt verduidelijkt, zodat belastingplichtigen niet gesanctioneerd kunnen worden voor het voortzetten van een eerder gecontroleerde praktijk, mits de wetgeving onveranderd blijft.
• Er komt een nieuw charter van de belastingplichtige om de relatie met de fiscus te herstellen, waarbij onder meer het recht op direct en persoonlijk contact met de fiscus wordt hersteld.

Juridische aspecten

• De huidige wetgeving aangaande het UBO-register wordt aangepast. Alle informatie die in het UBO moet komen, en die reeds via andere kanalen beschikbaar is, dient rechtstreeks door te stromen naar het UBO (zonder extra kosten of lasten).  De administratieve verplichtingen worden verder vereenvoudigd en verminderd door financiële instellingen toegang te geven tot het register zodat ondernemingen maar één keer hun gegevens en wijzigingen moeten doorgeven.

• De huidige verplichte neerlegging van de jaarrekening voor vzw’s en stichtingen bij de griffie wordt vervangen door een verplichte neerlegging bij de balanscentrale van de NBB. In dat kader zal binnen de Wet Lagere Kosten de neerleggingskost geschrapt worden voor kleine vennootschappen en verenigingen.

• Het portaal Just-on-Web (Belgisch Staatsblad) van de FOD Justitie moet worden uitgebreid, zodat ook onderhandse wijzigingsakten en jaarrekeningen van verenigingen en ondernemingen elektronisch kunnen worden neergelegd en digitaal geraadpleegd. Daarnaast worden de betrokken overheidsdiensten (griffies) aangezet om gemeenschappelijke richtlijnen uit te werken zodat de te volgen procedures overal gelijk zijn.

• In overleg met de sector en met bijzondere aandacht voor vzw’s zal het huidige wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) worden geëvalueerd.

De nieuwe regering zet dus sterk in op allerlei fiscale veranderingen. Veel zaken moeten echter nog finaal uitgewerkt worden. Hou daarom zeker onze socials in de gaten, of schrijf je in voor de nieuwsbrief, want we blijven je updaten als er meer nieuws komt.