De liquidatiereserve wordt, in navolging van het CBN-advies van 4 maart, gevormd door een gedeelte of het geheel van de boekhoudkundige winst na belasting, over te boeken naar één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen is van mening dat "de afzonderlijke aanslag in het kader van het nieuwe stelsel van de liquidatiereserve moet worden geboekt bij de eindejaarverrichtingen op inventarisdatum en dat deze boeking niet mag worden uitgesteld tot het volgende boekjaar”. Onlangs werden ook twee parlementaire vragen gesteld omtrent de liquidatiereserve. Een eerste betreft de mogelijke kwalificatie van de liquidatiereserve als een wettelijke reserve. In vele gevallen dienen vennootschappen die toepassing hebben gemaakt van de regeling van het klikdividend, hun wettelijke reserve te verhogen. De Minister werd ondervraagd of de aanleg van een wettelijke reserve kan worden gelijkgesteld met de aanleg van een liquidatiereserve. In tegenstelling tot wat door sommige rechtsleer voorgehouden werd, antwoordde de Minister bevestigend. Het stelsel van de 'liquidatiereserve' komt erop neer dat de te bestemmen winst van het boekjaar wordt overgeboekt naar één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief. Welke afzonderlijke rekening van het passief dat is, is volgens de Minister van ondergeschikt belang. Als bij de winstbestemming wordt besloten om een deel van de te bestemmen winst van het boekjaar na belastingen te boeken op een afzonderlijke subrekening binnen de wettelijke reserves, kan deze subrekening van de wettelijke reserves fiscaal gekwalificeerd worden als liquidatiereserve. Een tweede parlementaire vraag hield verband met het lot van de liquidatiereserve bij een moeder-dochterfusie, waarbij de vraagsteller wenste te weten of het mogelijk was om de liquidatiereserve te heraanleggen, zodat dit speciale stelsel verder van toepassing kan blijven. Hier antwoordde de Minister dat “de belaste reserves van de overgenomen vennootschap niet meer worden teruggevonden in het vermogen van de overnemende vennootschap, zodat niet langer voldaan is aan de voorwaarde voor het behoud van de liquidatiereserve”. Zodoende heeft men eigenlijk in het verleden een belasting voor niets betaald. Mocht u op termijn een dergelijke transactie overwegen, dan staat uw VGD-adviseur u graag met raad en daad bij bij de evaluatie van de huidige wetgeving.