Naar jaarlijkse traditie heeft de federale wetgever de eindejaarsperiode te baat genomen om vlug-vlug nog een aantal fiscale bepalingen door het Parlement te jagen. In concreto betreft het de "Wet houdende diverse fiscale bepalingen van 21 december 2013" en de "Progammawet van 26 december 2013". Beiden stonden te lezen in de tweede editie van het Belgisch Staatsblad van 31 december 2013.
Zonder exhaustief te willen zijn of ons vast te rijden in de technische details, lichten wij hierna kort de belangrijkste elementen toe :
- Voor investeringen gedaan tijdens 2014 en 2015 heropent de wetgever de mogelijkheid voor KMO-vennootschappen (art 15 W Venn) om de gewone investeringsaftrek toe te passen (4%). Hierbij dient diezelfde KMO-vennootschap dan wel te verzaken aan de notionele interestaftrek. De afweging tussen beiden zal uiteraard afhangen van de omvang van de investering, de hoogte van het eigen vermogen, ... Iedere casus zal hier afzonderlijk moeten worden bekeken.
- In opvolging van het "Argenta-arrest" van het Europees Hof van Justitie en een door de Europese Commissie opgestarte inbreukprocedure worden de berekeningsmodaliteiten van de notionele interestaftrek gewijzigd. De vroegere bepaling waarbij het netto actief van een buitenlandse inrichting of het eigen vermogen overeenstemmend met buitenlands onroerend goed wordt uitgesloten is naar de prullenmand verwezen (minstens voor de landen met wie België een dubbelbelastingverdrag heeft afgesloten). Ter compensatie wordt nu de notionele interestaftrek zelf verminderd met het gedeelte dat over voormeld netto actief wordt berekend. Voorgaande zin is technisch niet 100% correct, maar hij illustreert in mensentaal wel de switch die er gemaakt is van een beperking op de berekeningsgrondslag naar een beperking op de effectieve aanwending. (Inwerkingtreding : aanslagjaar 2014)
- Met ingang van aanslagjaar 2014 is in het Belgisch fiscaal stelsel de zogenaamde fairness tax ingevoerd. Of de vlag de lading dekt, laten wij even in het midden. Simpel gesteld komt deze maatregel erop neer dat vennootschappen die dividenden uitkeren welke hoger uitvallen dan hun belastbare winst (omwille van notionele interestaftrek of fiscale verliezen) mogelijks een afzonderlijke belasting verschuldigd zijn. Van de eindejaarswetgeving is gebruik gemaakt om te verduidelijken dat roerende voorheffing en voorafbetalingen met deze afzonderlijke belasting verrekenbaar zijn. (Inwerkingtreding : aanslagjaar 2014)
- Sinds jaar en dag kan de gewestelijke directeur in bepaalde gevallen ambtshalve ontheffing verlenen binnen de 5 jaar vanaf 1 januari van het desbetreffende aanslagjaar. Inzake "vergeten" belastingverminderingen kon dit tot voor kort enkel voor de vermindering voor pensioenen/vervangingsinkomsten, overwerk en buitenlandse inkomsten. Deze regeling wordt nu uitgebreid naar alle belastingverminderingen bedoeld in artikel 145 WIB, d.i. inclusief lange termijn sparen, giften, kinderopvang... (Inwerkingtreding : aanslagjaar 2014)
- In geval van fiscale controle was en is de belastingplichtige ertoe gehouden alle boeken en bescheiden voor te leggen die noodzakelijk zijn voor de verificatie. Op het vlak van personen- en vennootschapsbelasting kon de belastingplichtige niet gevraagd worden om deze stukken te verplaatsen of af te staan. Met ingang van 10 januari 2014 hebben de controlerende ambtenaren in bepaalde gevallen een retentierecht, d.i. zij mogen voormelde stukken bijhouden om hun werkzaamheden beter te kunnen uitvoeren. Luidens de memorie van toelichting dienen zij de stukken uiterlijk bij het versturen van een bericht van wijziging aan de belastingplichtige terug te bezorgen. (Inwerkingtreding : 10 januari 2014)
- Uiteraard moest er ook nog even aan de wagenfiscaliteit worden gerommeld. De zogenaamde "referentie CO2 uitstoot" zou voor bedrijfswagens worden vastgelegd per 1 januari en niet langer per 1 april. Dit moet de berekening van de bedrijfsvoorheffing vereenvoudigen.
Wat voorafgaat is uiteraard slechts een selectie van wat er per eindejaar allemaal bedisseld is geweest. Ongetwijfeld zit er na de fiscale stembusslag een nieuwe fiscale tsunami aan te komen. De fetish melding dat onze overheidschuld onder de 100% is gezakt heeft immers meer van een reclamestunt dan wel een geruststellende boodschap.